Vroeger…
Jaren geleden ben ik als kind meer dan eens de Atlantische Oceaan overgestoken met de SS Nieuw Amsterdam. De laatste cruise was in 1966 toen ik van New York naar Rotterdam vaarde met mijn moeder, broer en zus. Wij bleven in Nederland en voor mij was de tijd van het reizen per schip voorbij. Eigenlijk was dit ook het einde van het tijdperk waarin passagiers per schip over de oceaan voerden. Het tijdperk van het straalvliegtuig was aangebroken; aanzienlijk sneller en later ook veel goedkoper.
In de loop der jaren heb ik gemerkt dat het vertoeven in een bootje op het water mij niet echt bevalt. Ik kan zwemmen, maar zo’n boot vol met veel te veel mensen jaagt mij wel wat angst aan. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan, en dus wilde ik toch eens zo’n cruise uitproberen waar veel mensen zich positief over uit laten. Dus besluiten we het aangename met het nuttige te verenigen en gaan het Caraïbisch gebied verkennen middels een cruise. Als je de aanbiedingen ziet lijkt het ook de bank niet te breken, al komen er heel wat zaken bij die in eerste instantie niet op het prijskaartje staan (port fees, taxes, fooien).
Op naar Miami
Wij kiezen uiteindelijk voor een 8-daagse Carnival Cruise met als stops onderweg Dominicaanse Republiek, St. Thomas, Puerto Rico en Grand Turk. Het schip vertrekt vanuit Miami in Florida, en door onoplettendheid kiezen we een vlucht naar Fort Lauderdale. Ook geen man overboord; we blijven een nachtje in Fort Lauderdale, gevolgd door een paar dagen in Miami om de omgeving daar te verkennen. We bezoeken Little Havana en South Beach en genieten van het warme weer hier terwijl thuis in Colorado een zogenaamde “Bomb Cyclone” een halve meter sneeuw op ons lege huis dumpt.
We gaan aan boord
Op Zondag kunnen we ons op de kade melden om aan boord van het schip te gaan. Dit is dus wel iets groter dan het schip uit mijn jeugd. Ik kan het dan ook niet anders omschrijven dan een drijvend flatgebouw. Het is ontzettend druk bij de plek waar we ons moeten melden, maar het is ook duidelijk dat ze dit niet voor het eerst doen: alles verloopt vlot en vloeiend. Voordat we het eigenlijk in de gaten hebben zijn we door de wirwar van gangen, trappen en loopbruggen aan boord van ons schip gekomen: de Carnival Magic.
Onze koffer hebben we, net als bij een vlucht per vliegtuig, ergens aan het begin van het boorden afgegeven. Men verzekert ons dat de bagage bij onze hut zal aankomen. Om in stijl te blijven hebben we één enorme koffer meegenomen, net als de hutkoffers op zeereizen van vroeger. Gelukkig zitten er wieltjes onder…
Ontvangst in de lobby
We moeten eerst een tijdje wachten in de lobby voordat we naar onze hut mogen lopen, dus in die tussentijd gaan we maar alvast wat rondkijken. Het schip is binnen even enorm als van buiten en heeft veel weg van een Las Vegas hotel, met veel restaurants, winkeltjes, theaters, casino’s en andere entertainment. Na verloop van tijd mogen we onze hut gaan opzoeken.
Het is een flinke wandeling naar bijna helemaal achterin waar onze hut is op de 2 verdieping. Dit blijkt wel een handige plek te zijn, want van hier is het slechts een kort stukje en één trap op naar het restaurant waar we s’ochtends en s’avonds kunnen eten. Overigens zijn er overal elders op het ship ook genoeg buffetten, eettentjes en restaurants, maar we proberen ons in te houden. Want, zo te zien aan de omvang van de mensen die hier rondlopen, kan het aardig uit de hand lopen.
De hut
Onze hut voldoet ruim aan onze verwachtingen: we hebben meer uitzicht naar buiten dan we dachten. Bij het boeken bleek dat we een “partially obstructed view” zouden hebben, maar als onervaren cruisers hadden we geen idee wat dat zou betekenen. Uitzicht op een ander gebouw zou je verwachten in een hotel, maar hier betekent het dat er een lier of iets dergelijks links onderin was te zien als je echt moeite deed. De zee en de kade was prima te zien, dus we zouden niet lijden.
De eerste twee dagen zullen we op zee doorbrengen en volgens het schema zullen we Dinsdag in Amber Cove aanleggen. Maar het lot beslist anders en nadat we even onderweg zijn, wordt er een medisch alarm geslagen en moet het schip uitwijken om een ander cruise schip te ontmoeten waar de patient wordt overgeplaatst. Gevolg voor ons: geen tijd om de Dominicaanse Republiek te bezoeken, we varen meteen door naar St. Thomas waar we Woensdag aankomen.
St. Thomas, US Virgin Islands
Gepke en ik zijn blij dat we tijdens de cruise even aan land de benen mogen strekken. Aansluitend lopen we meteen 10 miles door het dorpje Charlotte Amelie. We klimmen de 99 steps naar Black Beard’s Castle en kijken uit over het tropisch groene eiland omringd door een diep blauwe zee. In de verte zien we ons cruise schip liggen naast een even groot schip van de Holland Amerika line. Deze Caraïbische eilanden zijn erg afhankelijk voor inkomsten van de cruise schepen, en wij vermoeden dat de uitbaters in Amber Cove wel teleurgesteld zullen zijn. Nog niet uitgelopen gaan we verder langs een weg met veel autoverkeer naar een ander uitzichtpunt, Drake’s Seat, waar we ook een klein stukje van de andere kant van het eiland kunnen zien.
We nemen nog een drankje op een terrasje. Hier praten wat met de serveerster die verbaasd is dat we er zijn, want zij verwacht ons pas later op de dag. Ze vertelt over de schade die hier was na de hurricanes van ruim een jaar geleden. Hier in het dorp zie je nu alleen nog maar hier en daar een gebouw waar men niet meer de moeite heeft genomen om het op te knappen. Tegen het eind van de middag lopen we weer terug naar het schip.
Diner op zee
’s Avonds lopen we het inmiddels de voor ons bekende route van de hut naar onze tafel in het restaurant aan boord. We zijn hier nog maar een paar dagen, maar we herkennen het personeel al, en zij ons ook en groeten ons bij naam. Hector, onze ober, neemt de bestelling op en even later zitten we te smullen. Aan onze tafel kunnen twaalf mensen zitten, maar vrijwel elke avond zijn er behalve ons slechts twee andere gasten. Onze eetgenoten zijn een echtpaar uit Ohio en een paar vrouwen uit Florida. Alleen op de laatste avond brengen de Floridians ook nog een ander paar mee die familie is van hun. Een stille tafel dus, maar daar hoor je ons niet over klagen. Het eten ’s avonds wordt af en toe onderbroken met wat entertainment als de obers een dansje voor de gasten opvoeren.
Het is duidelijk waar de naam “Carnival” vandaan komt. Na het eten lopen we nog een rondje en gaan dan naar de hut, waar het schommelen van de boot ons in slaap wiegt.
San Juan, Puerto Rico
Als we weer wakker worden zijn we bezig aan te leggen in San Juan, de hoofdstad van Puerto Rico. We zien hier Old San Juan, een klein stukje van de nabij gelegen grotere stad. Hier in dit oude deel gaan we weer te voet de omgeving verkennen. We lopen de kuddes voorbij die in bussen en bestelwagentjes klimmen om zich hier rond te laten rijden. Wij stevenen af op het grote fort in de stad: Castillo San Felipe del Morro. Ik geniet altijd van zo’n bezoek aan een fort: het verkennen van alle ruimtes, beklimmen van trapjes naar uitkijktorens. In gedachten verzin ik verhalen van hoe het moet zijn geweest om hier te leven op het hoogtepunt van het bestaan van zo’n fort. We scharrelen verder door Old San Juan en bekijken de kleine straatjes en oude huizen in het dorp.
Grand Turk, Turks and Caicos
Het laatste eiland waar we aanleggen is Grand Turk, onderdeel van Turks en Caicos. Het regent pijpenstelen als we hier aankomen, maar we laten ons niet uit het veld slaan. We kiezen er ditmaal voor een grote taxi. Net buiten de kade wachten we met een aantal andere passagiers. We willen naar het centrum van het dorp gaan, waar we een bezoek willen brengen aan het museum. In het museum liggen de resten van een duikexpeditie voor de kust van Grand Turk. Men heeft vastgesteld dat het hier gaat om een Spaanse Galjoen (een Caravelle). Sommige experts willen geloven dat het hier om de Pinta gaat; een van de schepen waar Columbus rond 1492 dit gebied mee binnenzeilde. Ik vermoed dat er overal in de Caraïben Pinta’s, Niña’s en Santa Maria’s liggen, als je de lokale bevolking moet geloven. Alleen Columbus weet waar ze werkelijk zijn gezonken.
We lopen terug naar het schip, dat we van uit het dorp kunnen zien liggen. Echter omdat het zo groot is, onderschatten we de afstand die we moeten lopen om weer terug te kunnen. Gelukkig is er een zwerfhond die het hele end met ons meeloopt om ons gezelschap te houden.
De zwerfhond wacht braaf wanneer we stil staan om fotos te maken. Als we klaar zijn, loopt hij weer verder met ons mee. In de haven raken we hem kwijt en gaan weer aan boord. Nu nog twee dagen varen en dan zijn we weer in Miami.
Terugblik
Het was de eerste keer dat we op een cruise gingen, en we wisten eigenlijk niet wat we moesten verwachten. Wij zagen het schip voornamelijk als een vervoermiddel en hotel. Lekker makkelijk dat je maar een keer hoeft uit te pakken en verder je huis altijd bij je hebt. Zeker als je de eilanden in dit gebied wilt verkennen is het een ideale oplossing. Het leven aan boord is niet bepaald mijn idee van een goddelijk bestaan. Carnival biedt een tijd van zuipen, eten en in de zon liggen. Maar je kunt het ook allemaal op je eigen manier invullen. Voor ons betekende dat aan boord veel lezen en een beetje rondhangen. Ik vond het niet onaangenaam, maar ik zou niet een week achter elkaar alleen maar aan boord kunnen zijn. Ik moet eraf kunnen en de boel kunnen verkennen. Wat dat betreft was het wel een succes.
Groetjes van ons!
Altijd een plezier om jullie reis verslagen te lezen!
Linda, like you never wanted to be on a ship for days on end without being able to get off, but here we are heading to Rome from Ft Lauderdale
Prachtig verhaal weer. Marc en ik hebben dit ook nog op onze bucket-list staan. Het enige probleem is, dat ik (op een kleine boot dan) zeeziek wordt van het schommelen. Maar volgens mij schommelt zo’n grote boot alleen tijdens een irkaan, of niet?
Welcome back straks in jullie winterstadje
Angela Verweij
Het schommelen valt wel mee, vrijwel niemand word tegenwoordig meer zeeziek op de enorme grote schepen. Ze zijn eigenlijk zo stabiel als een huis.