De reis naar het middenoosten
Op woensdag mocht ik, ondanks dat het een reisdag naar Jordanië zou zijn, lekker uitslapen. In mijn geval betekent dat ik om 8 uur opstond. We hebben lekker op ons gemakkie ontbeten, met een lekker eitje en wat er nog verder in de ijskast over was. De koffers zijn al ingepakt, dus Gepke liep onrustig door het huis. Om één uur stond ze naast me dat ik me klaar moest gaan maken om te vertrekken, maar ze was een uur in de war. We vertrekken laat en onze oude buurman komt ons pas om half drie ophalen. En als een man van zijn woord, stond hij klokslag 14:30 bij ons voor. Gezellig babbelend bracht hij ons naar het vliegveld. Hij beloofde zo nu en dan even een blik op het huis te werpen tijdens onze afwezigheid.
Na het inchecken en de security gaan we eerst uitgebreid lunchen bij Mesa Verde, een prima Mexicaans restaurant op de A terminal. Al gauw kunnen we instappen voor de eerste bestemming van de lange vlucht: Frankfurt, Duitsland. Tijdens de wacht voor de vlucht naar Amman in Jordanië, worden we tweemaal naar een andere gate gestuurd. Uiteindelijk kunnen we in de spartaans uitgeruste Airbus onze reis vervolgen. Geen enkele vorm van entertainment aan boord; dus maar goed dat we zelf het een en ander op de iPads hadden gedownload. Overigens heb ik het grootste gedeelte geslapen, dus het viel heel erg mee.
Aankomst in Amman
Het is ons eerste bezoek aan een midden-oosten land, dus we moeten het allemaal even uitzoeken. Onderweg naar immigratie trekken we meteen al 250 JOD (Jordan Dinars) uit de muur om de eerste dagen mee door te komen. De weg door immigratie leidt zichzelf, en na het aanschaffen van twee visa voor Jordanië a 40 JOD /pp mogen we het land in.
Het ziet er in de grote ontvangsthal chaotisch uit, en het blijkt dat de taxi reservering kantoor niet meer binnen is, maar buiten op de stoep. We geven door dat we naar het Retaj Hotel moeten en krijgen een smoezelig briefje mee waarop staat dat het 21 JOD zal kosten. Wij geloven de man maar op zijn woord want het staat er in Arabisch op, dus voor ons onleesbaar. Hij sleept vervolgens onze koffers naar een gereedstaande taxi en zegt als alles is ingeladen: “Tip? Tip?”. Het kleinste wat we hebben is een 20 biljet, maar gelukkig blijkt de taxichauffeur bereid een briefje van één dinar voor te schieten. Vervolgens schieten we de snelweg op en scheuren naar het hotel, toch zeker een kilometer of 20 verderop gelegen.
Bij het hotel laden we alles uit, rekenen af met de chauffeur en scharrelen als zombies naar binnen. Gelukkig zijn ze hier wel dwaze, vermoeide gasten gewend, dus even later kunnen we ons bewusteloos op bed storten. Morgen gaan we de stad verkennen.
Wakker worden in Amman
Als gevolg van het reizen en tijdsverschil, zijn we allebei van slag en al om half zes klaar wakker. We besluiten maar meteen op te staan en goed gebruik te maken van deze nieuwe energie. We douchen allebei en schuiven daarna aan bij het ontbijt in de lobby. Het is een bijzonder uitgebreid buffet. Met enige terughoudendheid beginnen we aan de vele keuzes. Het lijkt me niet zo verstandig om op de eerste dag meteen aan de exotische gerechten te wagen. Morgen kunnen we dat wel uitproberen. Deze ochtend hou ik het bij een gekookt eitje.
Amman Citadel
Na het ontbijt gaan we de overtollig energie opmaken. We maken een wandeling naar de Amman Citadel; een oud overblijfsel van de originele vestiging van Amman, uit de tijd dat het nog Philadephia heette. Onderweg lijkt de stad uitgestorven. Het is Vrijdag vandaag en dat betekent de Moslim Sabbath, vandaar dat alles (nog) dicht is. Toch komen we ogen tekort onderweg. De nieuwe indrukken zijn meer uitdagend dan de lange wandeling van 7 km.
Bij de Citadel aangekomen kopen we kaartjes en gaan naar binnen. Aangezien de wandeling ons wat heeft uitgedroogd, nemen we eerste even pauze. Bij een koffietentje binnen bestellen we twee koffie, en drinken we deze genietend in de schaduw op.
De Amman Citadel
Binnen gaan we alles bekijken middels een wandeling over de Amman Citadel. Vele verschillende beschavingen hebben hier vroeger hun stempel gedrukt: Neolithisch, Byzantijns, Romeins, Ottomanen en ga zo maar door. Samengevat: iedereen heeft zo zijn stempel gedrukt. De restanten hiervan zijn te vinden zoals ruīnes van tempels, funderingen, irrigatie kanalen, kerken, moskeeën enz. In het nabij gelegen museum kun je ook zien wat opgravingen naar boven hebben gebracht, zoals gouden sieraden en bronzen wapens. Aan de andere kant zijn er veel klei gebruiksvoorwerpen en kunstvoorwerpen uit alle periodes.
Na de Citadel gaan we nog een kijkje nemen bij het Romeinse Amfitheater dat nog steeds wordt gebruikt voor voorstellingen, en het Romeinse Odeon. Tussendoor gaan we op het grote plein ervoor zitten om de mensen in Jordanië te kijken: onze grootste hobby.
Alles bij elkaar hebben we er lopend al ruim 11 km op zitten, en besluiten we een taxi terug te nemen. Op de vraag wat het moet kosten terug naar het hotel reageert hij vrolijk: “whatever it’s worth to you”. Wij hebben bij aankomst hem 10 Dinar gegeven en daar was hij blij mee; onze voeten ook.
Nog meer lopen
Vandaag lopen we na het ontbijt voor de verandering maar eens de andere kant uit in de stad. Ik zal maar zeggen in de richting van Jerusalem, alleen hebben wij slechts 10 km gelopen, terwijl Jerusalem zo’n 70km verderop ligt. Nou ja, we kunnen in ieder geval zeggen dat we het hebben geprobeerd.
Hier komen we aan bij het Al-Hussein Park, waar het een en ander te zien moet zijn. We lopen eerst maar eens binnen bij het Royal Automobiel Museum van Jordanië. Hier hebben ze alle autos staan die de koninklijke familie in de loop van geschiedenis heeft verzameld. Het is een bonte verzameling, en er is van alles wat. Buiten voor het museum staat het originele Mars Rover uit de film “The Martian” waar Matt Damon in reed. De film is hier in de omgeving opgenomen, dus niet op Mars, kun je nagaan hoe het landschap er hier uitziet.
Automuseum van Koning Hussein
Binnen staat alles wat Koning Hussein en zijn zoon de huidige Koning Abdullah in de loop der jaren hebben verzameld. Blijkbaar hadden ze in het begin niet zo’n dure keuze, want er staan autos tussen die je ook wel in een gewone middenklasser buurt zou tegenkomen, zoals Renault, Rover, Opel enz. Maar naarmate het inkomen steeg ging de smaak meer naar Porsche, Ferrari, Rolls Royce etc. Daar tussen was er echter van alles te vinden, van alle periodes: Cadillac, Buick, Packard, Cord en ga zo maar door. Ook was er een behoorlijke verzameling motorfietsen te zien van alle jaren. De meeste autos waren maar een paar keer gebruikt, voordat ze naar het museum waren verwezen. Ze zagen eruit alsof ze zo uit de showroom kwamen, ondanks een leeftijd van meer dan 60 jaar.
De voetjes protesteren na de wandeling en het slenteren in het museum. We gaan even lekker zitten op een terrasje voor een drankje. We krijgen een uitgebreid dranken menu voor geschoteld. Maar op alles wat we kiezen krijgen we een ontkennende knik: nee dat hebben we niet. Uiteindelijk nemen we thee en sinaasappelsap, het enige wat verkrijgbaar is.
Terug met de taxi
Verderop in het park gelegen is een zogenaamd Islamitisch Dorp. Volgens mij zijn die zat te vinden elders in Jordanië. Dit blijkt niet veel voor te stellen, en dus besluiten we maar een taxi te gaan zoeken bij de grote weg. We komen ditmaal een bedrag van 5 dinar overeen met de chauffeur, de helft van wat we gisteren kwijt waren, maar zeker een stuk minder dan we thuis voor een taxi kwijt zijn. Met de tijd beginnen we het te leren.
’s Avonds kiezen we voor “Fame” als diner tent. Het eten smaakt er prima, en voor het eerst wordt er ook geschonken, dus Gepke neemt een wijntje en ik bier. Het blijkt ook nog Happy Hour te zijn, dus als we het op hebben wordt er meteen weer een tweede glas neer gezet. Als er even later een luide groep Zweedse ouden van dagen binnenkomt houden wij het voor gezien. We gaan weer terug naar het hotel. Onderweg kopen we nog een klein ijsje als toetje bij de mini supermarkt onderweg.
Winkelstraat
We doen vandaag een poging de winkelstraat “Rainbow Street” in Amman te verkennen. De verhalen op internet zeggen: of je vindt het fantastisch, of je vindt er geen reet aan. Wij houden het op ergens in het midden; winkelen is niet ons ding. Zoals gebruikelijk verslijten we eerst een paar millimeter zool van de schoenen om er te komen. Het hele eind bergaf, en soms zeer steil. Als we er aankomen, blijkt alles dicht te zijn. Het leven hier in Amman vind pas echt plaats later op de dag en s’avonds. We verdoen dus eerst wat tijd in een cafeetje, waar we de sterkste koffie tot nu toe krijgen voorgeschoteld. Ik ben dus blij dat we de “Americano” hebben gekozen en niet de “French” of “Turkish”; volgens mij als je die krijgt sta je helemaal stokstijf van schrik.
Rainbow Street
Na de koffie lopen we verder Rainbow street door, maar het ziet er op dit uur van de dag nog steeds niet echt spectaculair uit. Blijkbaar moet je hier toch meer in de avonduren wezen. Wij lopen een stijle trap af naar een lager gelegen straat. Hier zit de ene dierenwinkel na de andere. Ik kan me niet voorstellen dat de honden en katten in de kooitjes snel een tehuis krijgen. Als je een kat wilt hebben dan grijp je toch gewoon een van de vele straatkatten die hier rondlopen? Het straatje komt uiteindelijk uit op een pleintje wat voor “downtown Amman” moet doorgaan.
Wij duiken een steegje in en zien een mini tentje waar vele mensen een hapje eten kopen. De eigenaar stopt ons een soort mini kroketje in de handen: “Hier, probeer dit!”. Het smaakt eigenlijk wel lekker, en we kiezen ervoor om hier een broodje Falafel te kopen. Ik sta al met een briefje van 5 dinar klaar om te betalen, maar het totaal is slechts 70 cent voor beiden… De prijzen zakken hier elke dag.
Demonstratie
Na het broodje lopen we verder en kopen een paar ijsjes in een mini supermarkt. Ook deze kosten maar de helft van wat we in de omgeving van ons hotel betalen. Blijkbaar wonen wij in de verkeerde buurt. De buurt waar we doorheen lopen is bezaaid met ambassades voor Jordanië: Frankrijk, Oostenrijk, Iraq, enz.
We besluiten toch maar hier een taxi aan te houden, en dat blijkt niet een slecht idee want verderop is een demonstratie aan de gang, bij een of ander ministerie. Er lijken net zoveel politieagenten op de been te zijn als demonstranten, en als we voorbij rijden, zien we een colonne boeven wagens klaar staan; om eventuele overtreders in op te slaan. Maar demonstreren mag hier blijkbaar nog wel, ondanks de absolute macht van de monarchie.
Terug in het hotel is het tijd voor een dutje, en gaan we ons klaarmaken om de groepsleden van onze tour van de komende dagen te ontmoeten. Morgen meer daarover.
De toer begint
Gisteren hebben we de groep waar we de komende dagen in Jordanië mee gaan optrekken ontmoet. Ook onze toerleider die Ayman heet. Het is een minder gevarieerde groep dan anders. De gemiddelde leeftijd ligt een stuk lager dan onze. Op één jong stelletje na zijn het allemaal alleenstanden, en dan ook nog eens allemaal vrouwen en een man. Er is een oudere dame tussen, de rest is niet ouder dan zo’n 35 jaar. We begonnen de kennismaking met een etentje in de stad.
We laadden allemaal in taxi’s en gaan naar het gebied waar Gepke en ik gisteren reeds waren. Hier gaan we buiten aan een grote tafel eten, waarbij het ditmaal echt middenoosten eten is. Blijkbaar valt dit niet goed bij Gepke die nog maar een paar happen binnen heeft als ze naar de straat toe vlucht. Als ik haar daarnaartoe volg, vind ik haar met een meute mensen om haar heen in de vuilnisbak staan overgeven. Ayman regelt meteen een taxi voor ons om terug naar het hotel te keren, terwijl de rest uit gaat drinken.
Terug in het hotel blijkt het allemaal nog niet beter te gaan, want Gepke d’r buik wil het echt allemaal kwijt. Het resulteert in een slecht nachtrust, en s’ochtends blijft het ontbijt ook niet op zijn plek. Toch wil ze mee naar Jerash en de Dode Zee, dus met wat sapjes, een appel en een plastic zak stapt ze met ons in de bus.
Jerash
Eenmaal in Jerash gaat het ietsje (niet veel) beter en bekijken we de Romeinse ruïnes hier. Ayman legt alles uit en na zijn verhaal kunnen we voortaan de layout van elke Romeinse stad herkenen. De Cardo Maximus, het Forum, de Decadamus Maximus en veel andere terugkerende herkenningspunten. Vele tijdperken worden uitgelegd, van Perzië via Grieken en Romeinen naar Byzantijnen, Ottomanen en Arabische Dynastiën. Veel lijkt toch nog steeds aan Gepke voorbij te gaan, maar ze sjokt dapper achter ons aan.
De Dode Zee
Na het bezoek aan het historische deel van Jerash, klimmen we weer in de bus voor een rit naar het strand van de Dode Zee. Inmiddels is Gepke ook wel weer zover opgeknapt dat ze het water wel even in wil. Het is een vreemde gewaarwording dat zwemmen in de Dode Zee. Zwemmen kun je het niet echt noemen, het is meer dobberen. Je kunt met alle wil van de wereld niet zinken in dit super zoute water. Een aantal leden van de groep gaat zich ook nog even van top tot teen insmeren met modder uit de Dode Zee die allerlei goede helende werkingen wordt toegewezen. Ik hou het zelf maar alleen bij dobberen.
Na het bad nemen we nog een late lunch en vertrekken weer naar Amman, waar we kunnen aansluiten bij de files van het spitsuur. Onderweg zien we aan de overkant van de Dode Zee de bergen van Israël liggen. Bovenop kun je bij helder weer Jerusalem zien liggen, maar vandaag is het door de heïge lucht niet te zien, maar als de zon door de wolken breekt ligt heel even Jericho te schitteren: mooi! Het regent zelfs een beetje onderweg, een zeldzaamheid in dit land. Om maar niet het risico te nemen de buik weer van slag te maken, houdt Gepke zich maar even afzijdig van een groot diner. Misschien morgen weer.
Naar het zuiden
We gaan het wat verderop in Jordanië zoeken vandaag. Het einddoel is de stad Wadi Musa, in de omgeving van Petra. We slaan eerst de nodige snacks in bij de lokale Safeway.
Onderweg maken we een paar stops, als eerste bij Mt. Nebo waar naar overlevering Mozes zijn oude dag heeft doorgebracht. Hij is hier niet begraven, niemand schijnt te weten waar hij is begraven. Bovenop Mt. Nebo hebben de Byzantijnen in de zesde eeuw een kerkje gebouwd ter herinnering aan dit feit. Deze kerk is voor een groot deel vergaan, maar de rijk versierde mozaiekvloer is er nog goed bewaard gebleven door een laag zand die het al die jaren heeft beschermd Recentelijk is het geheel gerestaureerd en overkoepeld met een mooi gebouw, waar het Vaticaan financieel een handje aan meegeholpen heeft.
Madaba
Na dit bezoek rijden we een klein stukje verder naar Madaba waar een andere Byzantijns kerkje is met in de mozaïek vloer een kaart van de omgeving weergegeven. Hierop zie je het gebied van Jordanië tot aan Israel en Syrië tot aan het huidige Saudi Arabië, met alle historische plekken zoals De Dode Zee, de Jordan rivier, Jerusalem, Jericho, Hebron, enz. Er zijn delen van de kaart verdwenen, maar die delen die er nog zijn verkeren in uitstekende staat. Vanuit het kerkje lopen we terug naar de bus, maar niet voordat Gepke een glaasje granaatappelsap heeft gekocht, en ik een Jordaanse hoofdsjaal met hoofdring. De pet die ik had meegenomen, biedt te weinig bescherming tegen de zon, en op deze manier blijf ik ook wat warmer als er een koude wind waait. Ik begin steeds meer op een Arabier te lijken.
De rit gaat verder en onderweg in de bus eten we wat falafel broodjes die Ayman uitdeelt. Ook Gepke kan weer lekker hiervan mee eten, want de misselijkheid van de afgelopen dagen is helemaal weg.
Kerak
De volgende stop is Kerak, ongeveer halverwege van Amman naar Petra. Deze stad is rond 1089 in handen van de kruisvaarders gekomen, nadat ze Jerusalem in het oosten hadden veroverd. Omdat dit een belangrijk kruispunt was van handelsroutes uit alle windrichtingen, besloten ze hier een kasteel te bouwen als verdedigingspunt. Het kasteel was enorm groot en werd gebouwd van alle stenen die ze in de omgeving konden vinden. Daarbij werden andere gebouwen die er stonden gesloopt om bouwmateriaal te leveren. Daardoor zie je stenen uit allerlei periodes, herkenbaar aan geschreven woord of uitgehouwen beeldwerk. Grieks, Romeins, Byzantijns; alles moest eraan geloven. Het resultaat is indrukwekkend: we lopen met open mond door de gewelven van het kasteel. Door aardbevingen in het verleden is er hier en daar wel wat ingestort, maar er staat nog genoeg om te zien hoe een geweldig bouwwerk dit was.
Na dit bezoek rijden we in een ruk door naar Wadi Musa naar ons hotel voor de nacht. We checken in en maken gebruik van het buffet in het hotel. Vanavond vroeg naar bed want we moeten om half vijf op om een vroege start te kunnen maken in Petra.
Petra
We zijn aanbeland bij wat het hoogtepunt moet worden van onze reis: het bezoek aan Petra! Petra is de oude stad van de Nabateans die voornamelijk bestaat van uit de rotsen gehouwen gebouwen en graven. We vertrekken op een onmogelijk vroeg uur om de grote menigten mis te lopen en moeten daarom al om 4:45 uur opstaan.
Na het ontbijt rijden we met onze bus naar de hoofdingang van het park, waarna we aan de lange wandeling beginnen door de kloof, de Siq genoemd, die ons naar Petra zal leiden. Het doet ons herinneren aan de slot canyons in Arizona van de upper en lower Antilope Canyon, alleen veel groter en dieper.
Onderweg proberen ze ons steeds een ritje op een ezel of kameel te verkopen, maar die slaan wij af. Het is overigens geen gezicht als er zo’n hele dikke toerist van 200kg op zo’n kleine ezeltjes zit; het is eigenlijk dierenbeulerij. Als we via de bochtige kloof ongeveer een kilometer hebben gelopen, komen we door de laatste bocht en zien het uitzicht op de “Treasury”, het eerst gebouw dat je ziet in Petra. Het is ook meteen een van de grootste, en meest goed bewaarde gebouwen.
Al Khazneh
Al Khazneh in Petra, internationaal beter bekend als “The Treasury”, is voor veel mensen herkenbaar van de Indiana Jones film “The Last Crusade“. Omdat we hier zo vroeg zijn, zijn er hier nog niet zoveel mensen, en kunnen we fotos maken zonder menigtes erop. Dat is wel anders aan het eind van de dag als we weer vertrekken en we ons met ellebogen werk door de menigte weer een weg naar de kloof terug moeten banen.
Maar voor die tijd moeten we eerst de rest van Petra bekijken. We lopen rechts langs de Treasury richting de hoofdstraat van Petra. Dit deel heet de “Facades Street” en hier woonden de notabelen van Petra. De rotsgebouwen hier zijn geweldig groot en zijn duidelijk oud. Dit in tegenstelling tot de verderop liggende gebouwen uit Romeinse tijden. Deze zijn van veel later dan de Nabetaanse bouwstijl, hetgeen eigenlijk puur beeldhouwen was.
Romeinen en Byzantijnen
Ayman leidt ons over allerlei paadjes van het ene gebouw naar het andere, die als het ware een reis door de tijd is. Via Romeinse tempels belanden we aan bij Byzantijnse kerkjes, of wat ervan over is. Ook hier weer zijn de mozaïek vloeren bewaard gebleven onder dikke laag beschermend zand.
Het plafond is ingestort, maar inmiddels vervangen door een constructie met tentdoek die de onder liggende ruïnes beschermd. Na een wandeling van bijna 5km komen we aan bij de voet van het pad die naar de Monestary leidt; wederom een van de grootse en mooiste gebouwen in Petra.
De Monestary
Op dit punt krijgen we instructies van Ayman hoe we verder moeten lopen. Hij gaat inmiddels terug naar het dorp terwijl wij aan de ruim 800 treden beginnen die naar boven leiden. Ik stuur Gepke maar vooruit, want met mijn slechte knie ben ik veel langzamer dan haar. Ik ga in mijn slakke tempo langzaam proberen toch naar boven te klimmen.
Uiteindelijk haal ook ik de top en kan een blik werpen op de enorme Monestary. Gepke zie ik even niet, dus ik plant mezelf in een stoel bij het restaurant wat hier is en beloon mezelf met een Marsreep.
Na verloop van tijd komt Gepke aanlopen en gezamenlijk beginnen we weer aan de tocht naar beneden. Daar aangekomen blijkt dat onze statistieken van AppleWatch niet erg in overeenstemming zijn wat betreft de inspanning. Gepke heeft ruim 70 verdiepingen geklommen en ik maar 21 ook al nam ik dezelfde route… Het zal wel komen door mijn slakke tempo. We lopen via de Romeinse hoofdstraat “Maximus” weer terug. Het loopt ongemakkelijk over de grote ronde stenen van de weg, maar het loopt beter dan in het rulle zand, en zo komen we ook in Rome.
De weg terug
We moeten via dezelfde kloof weer terug, maar het is nu bere druk. Tegelijk met ons er racen ook nog eens paarden wagentjes doorheen met mensen die te lui zijn om te lopen.
Uiteindelijk loopt de hele wandeling van de dag op tot zo’n 12km. We zijn blij als we even met wat andere groepsleden bij een terrasje bij kunnen komen. Het was allemaal enorm indrukwekkend, en we besluiten allemaal met wat alcoholische drankjes het stof weg te spoelen.
Omdat het “Happy Hour” is, krijgen we het tweede glaasje gratis, en de stemming is al gauw lekker jolig. Als we de rest van de groep opzoeken, blijken die al een tijdje op ons staan te wachten, en zijn Not Amused… Ach dat overleven we ook wel weer. We rijden terug naar het hotel waar we lekker kunnen douchen want er is eindelijk weer warm water. Vanavond nog even een lekker dineetje en dan kunnen we onder de wol en morgen uitslapen!
Little Petra
Gisteren was er niet vaak internet beschikbaar, dus de update is een beetje later vandaag. We zijn s’morgens vroeg uitgecheckt en naar Little Petra gereden, een leuke stop op weg naar Wadi Rum. Dit is een kleiner deel van Petra wat meer op de Nabateans gericht en hun godsdienst. Vroeger werden hier de gasten uit alle uithoeken van de wereld ontvangen, gevoed zowel met eten als spiritueel.
Wij hebben hier even gestaan in een in de rotsen uitgehouwen kamer van 2400 jaar oud. Je probeert dan een voorstelling te maken van de reizigers van de caravanen die uit alle delen van de wereld kwamen. Zij parkeerden hun kamelen met hun waardevolle handelswaar buiten en sliepen met z’n allen dan in zo’n kamer. De reizigers brachten niet alleen de vreemde artikelen met zich mee van verre uithoeken van de wereld, maar ook de verhalen van wat ze onderweg meemaken.
Ook beschrijvingen van hun plaatsen van herkomst: India, China, Europa en Africa. Met name de Romeinen zagen wel waarde in de kruising van wegen en besloten dit gebied te veroveren. Later moesten zij het weer prijsgeven aan andere veroveraars en zo ging het van Romeinen naar Byzantijnen naar Ottomanen en nog later Engelsen en eindigde als Jordanië.
Wadi Rum
Na Little Petra gaan we op weg richting Wadi Rum waar we vanavond de nacht doorbrengen in een Bedoeïenentent. In de omgeving van Wadi Rum verwisselen we de bus voor drie kleine 4×4 pick-up trucks. Wij klimmen met z’n allen in de achterbak en rijden de woestijn in. Ik ben blij met mijn Arabische hoofddoek, die me niet alleen beschermt tegen de zon, maar ook het stof en de koele wind achterin de pick-up bed.
Het landschap van Wadi Rum in Jordanië waar we doorheen rijden is onaards te noemen. Niet voor niets worden hier veel speelfilms opgenomen zoals The Martian en Star Wars. Op het moment dat wij hier zijn worden opnames gemaakt voor de nog te vrij te geven nieuwste Star Wars film. Voor mij is het inderdaad een afspiegeling van het Mars-achtige landschap die je ziet van de Mars Rovers die fotos naar de aarde zenden. Het is een uitgestrekte zandvlakte bezaaid met geweldige grillige rotsen, die naarmate je dichterbij komt grote rotsgebergtes blijken te zijn.
Bedoeïenen
Onderweg stoppen we even kort bij een Bedoeïenentent om een kopje mierzoete thee te drinken. Onder het genot van zingen en muziek gespeeld op een jengelde éénsnarige instrument dat pijn doet aan de oren. Na verloop van tijd rijden we vlak bij zo’n groot rotsgebergte een zandduin op, om vervolgens weer naar beneden te glibberen naar een kamp waar onze tenten staan. We krijgen allemaal een plekje toegewezen; Gepke en ik hebben een hoektent met een ruim (hard) tweepersoonsbed erin. We nemen rustig de tijd om aan onze omgeving te wennen. Vervolgens krijgen we dan een Bedoeïenen maaltijd voorgeschoteld. De schotels bestaan uit kip, lam, groenten en een saus die rijkelijk van olijfolie is voorzien.
Fikkie stoken in de woestijn
Na het eten lopen we achter Ayman aan de donkere woestijn van Wadi Rum in. Ik zeg lopen, maar het is meer rennen want hij gaat hard en we zijn allemaal bang hem in het donker kwijt te raken. Er is geen maan en je ziet geen steek voor je uit. Uiteindelijk bereiken we struikelend in het donker een rots overhang waar Ayman een vuurtje stookt om thee te zetten. Hij wordt hier nog eerst even de huid vol gescholden door een van de groepsleden die zich pijn had gedaan bij de wandeling in het pikkedonker. Iedereen valt dan in een ongemakkelijke stilte, maar daarna kunnen we marshmallows gaan roosteren boven het vuurtje.
Het is wel een apart sfeertje met het vuurtje dat schaduwen werpt in het donker, de rots overhang boven ons, de sterrenhemel en de donkere silhouetten van bergen om ons heen. We lijken wel holen bewoners die de nacht overleven bij een vuurtje die de roofdieren op een afstand moeten houden. Het grootste roofdier hIer echter is de rode vos, en die zal wel zijn afstand van onze rumoerige groep houden.
Na een uurtje of zo strompelen we door het zand weer terug naar ons kamp, en een voor een vertrekken we naar onze tenten. Morgen gaan we weer verder, nu naar Aqaba in het uiterste zuiden van Jordanië.
Richting Aqaba
In de ochtend gaan een groot aantal groepsleden wat eerder weg op de rug van heftig protesterende kamelen. Ik maak fotos en video van de vertrekkende caravan in het schemerdonker van de ochtend.
Iets minder dan een uurtje later vertrekt de rest met bagage in de pick-ups om de kamelen in te halen. Als de zon net over horizon is verschenen zien we de groep met hun kamelen en voegen we ons weer samen in de pick-ups die ons naar de bus brengen. Na een klein ontbijt stapelen we ons in de bus en beginnen aan de rit naar Aqaba, aan de kust van de Rode Zee.
Snorkelen in Aqaba
We checken in Aqaba in in het hotel, Vervolgens gaan we naar de haven om aan boord te gaan van een boot. Deze boot zal ons naar twee snorkel plekken vervoeren. Op weg daarnaartoe wijst Ayman naar de verschillende plekken die we vanaf de boot kunnen zien. Aan de overkant, minder dan 5km van de boot, kunnen we Eilat zien liggen in Israel. Een stukje verder varen en dan begint Egypte ten zuiden van Eilat, en daar weer tegenover ligt Saudi Arabië.
Je moet ook niet te ver van je vaarroute afwijken, anders begint de Israëlische kustwacht meteen in het water naast je te schieten als waarschuwing. Fijn toch, als je zo goed met je buren op kunt schieten.
Twee keer stoppen we om te snorkelen, onderbroken tussendoor met een lunch. Dan varen we terug naar Aqabaen rusten even uit bij het hotel. ’s Avonds eten we bij een soort vis restaurant, gelegen op een ontzettend lawaaierige hoek niet ver van het hotel. Overal constant toeterende autos, muziek op straat, kwetterende mensen. Ook zien we veel hangjongeren, die hoopvol rondhangen in hun autos en wachten op wat? Dat weten ze zelf niet…
Terug naar Amman
De laatste dagen in Jordanië worden reizend door gebracht. Allereerst moeten we weer helemaal terug naar Amman, met de mogelijkheid dat dit een uitdaging kan zijn. Er is namelijk in de afgelopen dagen heel veel regen gevallen in de gebieden waar wij al geweest zijn. Dit heeft tot gevolg grote overstromingen en er zijn zelfs doden gevallen. Om iedereen thuis gerust te stellen hebben we op Facebook aangegeven dat we “Safe” zijn, toen een melding hiervoor opkwam. Gelukkig viel het op de Desert Highway terug naar Amman wel mee; er waren alleen hier en daar wat plassen met water.
Afscheid van de groep
Terug in Amman hebben we s’avonds een echt middenoost afscheid diner gehad met de groep. Iedereen gaat vanaf dit punt weer zijn of haar weg, en wij delen met de Canadese Sam een taxi naar het vliegveld. Hier geven we de koffers af en zoeken een weg naar de gate, vanwaar we straks het Omani Air toestel instappen van Jordanië naar Muscat. Maar tot die tijd hangen we rond, want de vlucht vertrekt op het onmogelijke uur van 1:25 nachts.
De vlucht voor mij was vreselijk, ik was moe en wilde slapen. Keer op keer maakte het personeel me wakker voor drankjes (2x), eten (2x). Als klap op de vuurpijl vragen ze of ik de mevrouw naast me (Gepke) wakker wil maken om te vragen wat zij wil eten of drinken. Dat laatste heb ik uit eigen veiligheid maar niet gedaan. Vervolgens nogmaals, -ditmaal minder vriendelijk-, verzocht dat ze me nergens voor wakker hoeven te maken tenzij het vliegtuig in brand staat. Ik geloof dat ze toen de hint begrepen, maar toen waren we al bijna aan de landing begonnen. Tel daarbij op dat ik aan een kant was ingeklemd door een 200 pond Arabische worstelaar die niet de armleuning wilde delen. Je begrijpt dat ik liever niet meer met Omani Air reis.