Nieuwsbrief – Juni 1997

Hallo allemaal;

(Gepke):

Het is alweer veel te lang geleden dat we iets van ons hebben laten horen, maar we zijn er nog steeds. De zomer staat voor de deur en voor iedereen in Nederland betekent dat natuurlijk vakanties van 3-4 weken. Wij hebben ons weekje al opgemaakt en voor ons zit het er weer op voor de rest van dit jaar.

De rust is hier in Denver weergekeerd. De afgelopen maanden was Denver het middelpunt van veel belangrijk nieuws. Eerst de rechtzaak van Timothy McVeigh die gelukkig niet al te lang duurde. Net op tijd hebben ze recht gesproken voordat de Denver Summit of the Eight begon. Dit had hier nogal wat voeten in de aarde. Al maanden geleden is begonnen met de voorbereidingen voor deze bijeenkomst van de 8 (eigenlijk 7, maar Rusland mocht dit jaar een beetje meedoen). Ik geloof dat het zo’n 20 miljoen dollar gekost heeft maar het heeft Denver wel op de wereldkaart gebracht. Wij vinden dat hier erg weinig aandacht besteed wordt aan wat er in de wereld gaande is. De lokale nieuwsberichten zeggen weinig of niets over wat er buiten de grenzen van de USA gebeurd. Nu met dit Summit gebeuren stonden de kranten ineens vol van internationaal nieuws. Ik zag dat Nederland ook een beetje mee mocht doen, maar de naam van Mevrouw Kok Roukema dook vaker op dan die van Willem Kok. Aan hem werd gerefereerd als de vertegenwoordiger van Europa en werd zelden met naam genoemd. Op zaterdagavond hadden ze een zogenaamde gigantische feestavond georganiseerd. Ik schaamde me wel een beetje want de sterren die ze hadden uitgenodigd waren niet echt van deze tijd, dat had wel veel beter gekund. Clinton + vrouw schenen zich wel te vermaken maar de Japanse president viel in slaap en ook Kohl zag er niet echt wakker uit. Jeltsin was maar helemaal niet gekomen, hij moest vroeg naar bed (had zich geloof ik weer een beetje te veel uitgesloofd in het restaurant waar ze vooraf gedineerd hadden).

Anyway, we zijn weer terug in de rust en het belangrijkste nieuws van heden is de bliksem die in een kerk geslagen is, een aantal teenagers die zich misdragen hebben, enz. Hebben we dan niets geleerd!

Met ons gaat het heel goed. Ik heb begin dit jaar eindelijk besloten wat ik wil worden als ik groot ben. Ik wil programmeur worden! Ik heb me prompt ingeschreven voor school en ga braaf twee avonden per week naar school. De eerste cursus was alleen introductie, de huidige is Logic/Programming (diagrammen, enz.) en de volgende is mijn eerste echte programmeertaal (Visual Basic). Op mijn werk vonden ze dit prachtig en beloofden me alle steun bij deze transitie zoals ze hier dat zo mooi noemen. Ongeveer een maand geleden ging een van de collega’s op de programmeerafdeling weg en ze boden me haar positie aan. Ik doe nog geen echt programmeerwerk, maar hou me bezig met het maken en onderhouden van HELP files en databases voor een van onze klanten. Afgelopen week heb ik mijn eerste project opgeleverd en heb sindsdien niets meer gehoord, dus dat zal wel goed gegaan zijn. Ik zit al volop in het volgende project en heb het best naar de zin.

We hebben dit voorjaar veel en hard gewerkt in de tuin. Ik vond dat mijn bloembedden niet groot genoeg waren en heb vele weekenden besteed aan het afsnijden van graszoden. Maar ik denk dat ik nu klaar ben. 3 van de 4 bomen in de achtertuin zijn opgenomen in de bloembedden en Loek hoeft nu nog maar om een boom heen te maaien. We hebben zelfs een klein groentetuintje met tomaten, paprikas, uien en hopelijk meloen. Ik vind het ontzetten leuk om in de tuin te werken, dus ons volgende huis moet een gigantische tuin hebben! Maar ja, voorlopig blijven we nog maar even hier. We hebben een paar maanden geleden zitten denken om te verhuizen naar Oregon of Washington omdat het daar lekker groen is. Maar we zijn er weer een beetje op teruggekomen. Als we verhuizen naar een plaats waar het gras groener is dan maar naar het zuiden. Daar regent het ook veel maar het is in ieder geval lekker warm. We zijn er allebei van overtuigd dat we meer houden van groen en water dan wit en bergen.

We hebben pas ook weer voldoende hollandse waren in kunnen slaan. In Denver hadden we de jaarlijke Dutch Days. Ze hadden het dit jaar iets beter voor elkaar dan voorgaande jaren. Het was duidelijk minder rommelig. Alleen het weer zat niet mee. Echt Hollands, met veel regen (zoals ook vorig jaar, toen regende het zo erg dat het hele festival na een dag gestopt werd). Er waren weer volop lekkere dingen te koop, zoals drop, koffie, slasaus (nieuw dit jaar!), koekjes, enz. Een paar weken geleden kregen we een foldertje in de bus van een Aziatische Delicatessen winkel hier in Denver die ook Hollandse waren verkocht. Wij daar prompt naar toe. Ja het zag er wel goed uit, maar wat waren toch die witte vlekken op de kano’s? Schimmel? Ja dus. De uiterste verkoopdata waren inderdaad enigszins verlopen op de meeste spullen. Koffie van 1996, soep van 1995, toch maar niet doen. Drop moet wel kunnen, dat kan toch niet verkeerd! Maar ook dit smaakte niet meer zo lekker. Hier gaan we dus maar niet meer terug.

Maar we zijn toch al aardig gewend geraakt aan de Amerikaanse manier van eten. We eten broodjes met mosterd of mayonaise in plaats van boter en dopen stokbrood in de olijfolie met peper. Toen ik dat de eerste keer zag, dacht ik jakkie, maar na een paar keer ben ik het gaan waarderen. Vooral met Italiaans brood smaakt dat zeer goed. Eten met alleen een vork gaat ook steeds beter. In sommige restauranten hier krijg je alleen een vork en een lepeltje en ook dat went.

(Loek):

Gepke had blijkbaar niets beters te doen, want ik kreeg de eerste helft van deze brief via E-mail op mijn werk naar me toe gestuurd. Het is tijd om iets van ons te laten horen, schrijf jij de rest van deze brief even. In tegenstelling to Gepke heb ik nog wat vrije dagen dit jaar, en aangezien ik morgen vrij neem, heb ik vandaag geen motivatie om iets zinvols te doen. Met andere worden, ik zet even wat tijd opzij om iedereen op de hoogte te brengen van de stand van zaken. Ik werk nog steeds bij dezelfde baas (BMS) alhoewel het me moeilijker afgaat dan in het begin. Het bedrijf zit op een punt waarop ze een keuze moeten maken: groeien of verdwijnen. Het management heeft daar nogal wat moeite mee, en stelt het steeds uit. Verder maken ze nu onderling ruzie, waardoor eentje is opgestapt. Het maakt de sfeer er niet prettiger op. Ik wacht het maar af.

Om van alle beslommeringen even af te zijn, zijn Gepke en ik er een weekje tussenuit geweest. Er is niets beter dan een rit door het land om weer zin te krijgen in het avontuur. Gepke vermelde al even het beginnende verlangen naar een groenere omgeving. Je zult het niet geloven, maar als het zo weinig regent als hier, ga je verlangen naar een regenbui. Wij hadden nog iets tegoed van het autoverhuurbedrijf Hertz, vanwege de slechte ervaring die we met ze hadden over de rekening van de auto die we in Nederland hadden gehuurd. Het is hier de gewoonte dat als je klanten boos zijn om iets, dat je van alles eraan doet om ze weer blij te maken. Wij hebben dus voor onze rondreis een auto gehuurd bij Hertz tegen een heel zacht prijsje. Waarom zouden we kilometers op onze eigen auto zetten, als Hertz ons voor de prijs van een mini-autootje in een Volvo S90 wilde laten rijden? op onze eerste vakantiedag gingen wij het vervoermiddel uit ons verleden dus ophalen. Het was dus wel iets anders dan de Volvo die wij gewend waren. De kleur viel Gepke een beetje tegen. Ze noemden dat “Burgundy” (bourgondië?), en leek wat op zeer donker paars metallic. Maar op de rest was niets aan te merken. Gepke ging in onze 10 jaar oude Buick naar huis, en ik reed er in de Paus mobiel achteraan. Leren bekleding, alles electrisch verstelbaar, geen motorgeluid te horen. Het was bloedheet buiten, maar de automatisch airconditioning hield het binnen netjes op 72 graden Fahrenheit (±20C). Ik zat meer met alle toeters en bellen te spelen, dan op het verkeer te letten. Op een gegeven moment vroeg ik me af waarom iedereen toch zo langzaam reed. Een blik op de kilometer teller verklaarde alles. Ik reed zo’n 95 miles per hour (bijna 160km), op een weg waar ik maar 55 miles (90km) mocht. Maar goed dat er geen politie in de buurt was.

De volgende ochtend hebben wij heel vroeg de auto volgeladen en richting oosten gereden. Tussen Denver en New Orleans is eigenlijk niet zoveel te zien, en wij zijn dan ook de eerste dag tot voorbij Tulsa (Oklahoma) gereden. De volgende dag de rest van de weg naar New Orleans, waar we meteen al op onze wenken werden bediend, voor wat betreft de regen. Wij hadden ingecheckt in een hotel zo’n 30 km buiten New Orleans, en gingen via de scenic route over een hele lange brug over het water naar de stad toe. Ongeveer halverwege begon het zo hard te regenen, dat het onderscheid tusen de brug en het water niet meer te zien was. We reden nog maar stapvoets, en konden niets zien van het mooie uitzicht. Maar aan de andere kant van de brug hield het op, en we gingen richting centrum, en de “French Quarter”. Dat is het oude gedeelte van New Orleans, waar alle actie gaande is. We hebben daar gezellig rondgewandeld en ons verbaasd over het rosse buurt character van dit deel van de stad. De amerikanen zijn over het algemeen nogal puriteins ingesteld, maar hier was voor ieder wat wils. Veel sex tenten met “bottomless women” en “bottomless men”. Maar op dezelfde straat gezellige restaurantjes, kroegjes en winkeltjes. Wij hebben “cajun” gegeten op het eerste verdieping balkon van een van deze restaurantjes.

Uiteraard kom je dan ook Nederlanders tegen. We zagen ze al van verre. Een vrouw met een man, die al ruziemakend binnenkwamen. De man zei niet veel, maar de vrouw liep maar te vloeken tegen hem. Wij besloten maar engels met alkaar te praten, zodat ze niet zouden merken dat we hen verstonden. Toen de ober kwam bestelde de vrouw in hat beste plat amsterdamse engels een “AAAIS TEE”. Gepke stikte bijna van het lachen. Vervolgens ging ze uitgebreid waar andere mensen zaten te eten, haar haar zitten kammen, zodat de haren in het rond vlogen. Zo ontstaan nu de vooroordelen over mensen van bepaalde landen. Zoals veel Nederlanders denken dat alle amerikanen luidruchtige, ongemanierde babaren zijn; zo zullen de amerikanen geen beste indruk hebben opgedaan van deze “Hollanders”.

De volgende dag hebben we een boot tochtje door de moerassen gemaakt in de omgeving van New Orleans. De boottocht maakte een stop bij een mevrouw die in het moeras woonde. Haar familie woonde daar al since de eerste canadese fransen daar in de vorige eeuw naar toe kwamen. Ze zag er heel netjes uit met haar bloemetjes jurk en haar witte kousen. Ze maakte eten voor ons: “Red beans and Rice”, een locale schotel met bonen, rijst en erg veel cajun kruiden. Om haar huisje liepen katten, kippen en pauwen. Af en toe verdween een van deze dieren in de muil van een krokodil, die hier net zoeveel voorkomen als duiven in Nederland. Na de maaltijd gingen we met de boot verder het moeras in en kregen de krokodillen van dichtbij te zien. Ze kwamen direct naar de boot to zwemmen, wat ze weten dat de kapitein marshmellows in het water gooit, een soort zoete spekkies. Ze schijnen die dingen wel erg lekker te vinden.

De volgende dag zijn we via de kleine weggetjes naar het westen gereden. Het was de bedoeling te stoppen bij een van de plantages onderweg, maar het regende zo hard dat we maar zijn doorgereden naar Houston. In Houston hebben we neef Albert Van Helden gebeld, en een afspraak gemaakt bij een Mexicaans restaurant. Het was wel vreemd om een neef te ontmoeten die ik alleen maar kende uit de verhalen van mijn ouders. De laatste keer dat ik hem zag was ik een jaar of 5. Toen hij echter binnenkwam lopen wist ik meteen dat hij het was. Hij leek een beetje op mijn broer Piet uit Florida. We hebben gezellig gegeten en uren zitten kletsen over van alles en nog wat. Hij blijkt vaker in Nederland te komen dan wij, en weet Nederland nog wel te waarderen, alhoewel hij zich afvraagt hoe men daar leeft met al die regeltjes.

De volgende dag zijn we nog even op bezoek geweest bij een kennis die dit jaar vanuit Denver naar Housten was verhuisd. Hij was er duidelijk op vooruit gegaan. De kosten van het levensonderhoud in Housten zijn lager dan in Denver. Met name wonen is daar veel goedkoper, dus hij woonde nu in een huis met drie slaapkamers, met een hele grote tuin. In Denver woonde hij met zijn vrouw en twee kinderen in een tweekamer flatje. Na afscheid te hebben genomen van hem, zijn we in de richting van Noord Texas gereden. Texas is erg groot en na vele uren kwamen wij bij de stad San Antonio waar de amerikanen in een fort een veldslag tegen de mexicanen hebben gevoerd, en verloren. De plek waar het fort staat heet de Alamo, en alle amerikaanse kinderen leren op school: “remember the Alamo”. De veldslag hier werd verloren, maar de mannen hebben zo dapper gevochten, dat men voor de rest van de oorlog genoeg gemotiveerd waren om de mexicanen helemaal naar het zuiden te drijven. De mexicanen zijn dat nooit meer te boven gekomen.

De volgende dag richting New Mexico. In het zuiden van New Mexico ligt de stad Carlsbad waar in de omgeving hele grote mooie grotten zijn. We zijn met een lift zo’n 100 meter afgedaald, en konden toen op eigen houtje door deze grotten banjeren. Je mag nergens aankomen, want de stalagtieten en stalagmieten groeien nog steeds. Vet van de handen zorgt ervoor dat het kalk niet meer goed erop afzet, en het groeiprocess stopt. Toen we weer bovengrond kwamen zijn we naar Roswell gereden. In deze plaats is volgens ingewijden in 1947 een vliegende schotel neergestort. De luchtmacht zegt echter dat het een weerballon was. De afgelopen vijftig jaar ruziet men al hierover, wie nu de waarheid zegt. Er is zelfs in Roswell een UFO museum opgericht, waar alle bewijzen zijn tentoongesteld. Voordat ik naar deze stad en het museum ging, twijfelde ik over het bestaan van deze vliegende schotel crash. Na het museum te hebben bezocht en alle bewijsmateriaal te hebben gezien weet ik nu zeker….dat er geen moer van waar is.

De volgende dag zijn we in een ruk van Roswell terug gereden naar Denver. Het is inmiddels vrijdag avond als we weer in Denver zijn, en we kunnen uitzien naar nog een lang weekend, want Maandag is het Memorial Day. Een belangrijke feestdag hier in Amerika. De poezen hebben ons wel een beetje gemist, want zelfs de zeer verlegen Troy is uit zijn hoekje gekropen toen het buurmeisje (Amanda) hun bakjes met eten kwam neerzetten. We hebben dus nog een lekker lui lang weekend gevierd. Met veel rommelen in de tuin, zoals Gepke al eerder vermeldde.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven