Beste allemaal,
Het is weer een tijd voor een levensteken uit het wilde westen. Ik (= Loek dit keer) weet dat iedereen het liefst persoonlijk zo’n lange brief van ons krijgt, maar jammer genoeg hebben we niet zoveel vrije tijd dat we dat kunnen doen. Vandaar dat we op z’n tijd op deze manier verhaal doen van onze belevenissen. Persoonlijke aandacht bewaren we voor telefoontjes naar Holland. Ik probeer deze brief te schrijven tussen de bedrijven door op het werk, dus ik zal hem zo nu en dan moeten onderbreken om wat voor de baas te doen, maar ik zal proberen dat tot een minimum te beperken.
Ik werk inmiddels alweer zo’n vier maanden voor Teleport Communications Group. Dat is een bedrijf dat telecommunicatie verbindingen verzorgt met behulp van glasvezels voor de grote drie telefoon bedrijven hier. Dat heeft misschien wat uitleg nodig. Wanneer je in Amerika een telefoon aansluiting neemt, heb je met twee bedrijven te maken. De lokale telefoon maatschappij; in ons geval is dat US-west, en een ‘long distance carrier’ dat is het bedrijf dat de lange afstanden verbindingen verzorgt, wij hebben daarvoor AT&T gekozen.
Bij die laatste heb je keuze uit een redelijk aantal bedrijven. De grootste drie zijn AT&T, MCI en Sprint. Ik werk dus voor een bedrijf die de techniek verzorgt voor die drie. Ik ben hier aangenomen op contract basis, dus officieel ben ik niet in vaste dienst. Dit bedrijf is namelijk de laatste jaren zo snel gegroeid dat men even aan de noodrem heeft getrokken en een personeelsstop heeft afgeroepen. Als dat over is hebben ze me beloofd me in vaste dienst te nemen. De bedrijven hier in Amerika zijn iets terughoudend om mensen in vaste dienst te nemen om dezelfde redenen als in Nederland. Als je om een of andere reden ze weer kwijt wilt is dat niet zo eenvoudig.
Dat fenomeen was voor ons een verassing want we dachten dat je hier van de ene dag op de andere je baan kwijt kon zijn. In de praktijk blijkt dat niet zo makkelijk. Wanneer je namelijk ontslagen wordt kom je net als in Nederland in aanmerking voor een werkeloosheidsuitkering (Niet zoveel als in Nederland, 60% van je oude salaris voor een korte periode) en de regering probeert het aantal uitkeringstrekkers te beperken. Een bedrijf moet dus een hele goede reden hebben om iemand te ontslaan anders krijgen ze de regering op hun dak. Zodoende ben ik nu dus nog op contract, maar ik verwacht wel dat het vast wordt.
Nu ik toch aan het vertellen ben over de karaktertrekjes van het Amerikaanse leven wil ik nog wel iets kwijt. Je hebt van die dingen waar je normaal gesproken nooit aandacht aan besteed, maar hier ineens opvallen. Neem nu bijvoorbeeld de openbare toiletten (ook die op ons werk). Afgezien van het feit dat je er nooit voor hoeft te betalen hebben ze allemaal het eigenaardige verschijnsel van (bordkartonnen) scheidingswanden die op kniehoogte beginnen (geldt ook voor de vrouwen).
Als je denkt even lekker de tijd te nemen om je verrichtingen uit te voeren, kom je van een kouwe kermis thuis. Iedereen kan je zien zitten, met je broek om je schoenen, en eventueel geproduceerde geluiden en geuren blijven niet beperkt tot je hokje. Je beperkt zodoende je oponthoud daar tot een minimum. Ik let ook wel eens op de mannen in zo’n etablissement. Meer dan de helft wast zijn handen niet als hij de urinoir heeft bezocht. Overigens is het heel normaal dat je een gesprek begint met de man die naast je staat te piesen. Het liefst vertelt deze je dan zijn hele levensverhaal. Voor je weer op straat staat, ben je vrienden voor het leven geworden. Ze noemen dat hier ‘male bonding’.
Een geheel ander onderwerp … het weer. Pas als je uit Nederland weg bent, merk je dat hoewel alles kan veranderen, je van het weer op aan kunt. Ik wil niet somber doen, maar het regent in Holland wel vaak. Hier in Colorado hebben we ook weer, alleen het is niet te voorspellen. Een voorbeeldje: Zaterdag ben ik even in de tuin aan het opmeten hoeveel hek we nodig hebben. Het is februari, de zon schijnt en het is een graad of 21. De volgende dag ligt er 7 cm sneeuw, terwijl er weer zacht weer was voorspeld. Pelleboer spelen hier valt niet mee, en zal wel uiterst frustrerend zijn.
Maar al met al hoor je niemand hier over het weer klagen (behalve als het sneeuwt in de spits), tenslotte heb je hier zo’n 300 dagen zon per jaar. Wij hoorden vanuit Nederland mensen die medelijden met ons hadden vanwege de harde winter die we hier te’ verduren hadden. Ik moet jullie teleurstellen, al die narigheid zat ten oosten en noorden van ons. Wij zitten hier gewoon lekker in de beschutting van de Rocky Mountains en merken dus niets van al dat natuur geweld.
Van aardbevingen hebben we alleen last doordat al die Californians nu hiernaartoe komen om daarvan verlost te zijn. Ik moet wel zeggen dat ik ze geen ongelijk kan geven. In een jaar tijd hadden ze daar branden, aardbevingen en overstromingen. ik denk dat als wij daarnaartoe waren gegaan in het begin dat we met hangende pootjes naar Nederland waren terug gekomen.
Maar voorlopig hebben we hier niet te klagen. Al die verhalen die ons zijn verteld om ons ervan te overtuigen niet te gaan zijn achteraf best wel meegevallen. De sociale zekerheid zou hier abominabel zijn. Hoezo? Er wordt ook hier voor je gezorgd als je om een of andere reden zonder werk komt te zitten, toegegeven niet tot St. Juttemis zoals in Nederland, maar hoelang kunnen jullie dat nog betalen? Medische verzekering heb je hier wel, maar je moet het zelf verzorgen. Er is geen ziekenfonds, maar ik zat in Nederland ook al jaren niet meer in het ziekenfonds dus daar veranderde ook niets. De kosten daarvan zijn overigens vergelijkbaar met Nederland.
Een ander argument was dat de mensen hier zo oppervlakkig zijn. De mensen hier zijn geen steek beter of slechter dan in Nederland. Oppervlakkige mensen heb je overal. Wij hebben hier mensen ontmoet waar we heel goed mee kunnen opschieten. Mensen die weten waar Nederland ligt en ook op andere gebieden redelijk algemeen ontwikkeld zijn. Zelfs op straat sta je zo nu en dan verbaasd. Gepke en ik gingen een tijdje geleden naar de Stock show in Denver. Dat is in Nederland beter bekend als de rodeo. Bij de ingang pakt Gepke een foldertje en zegt met haar charmante accent: ‘May 1 have one of these?’ Waarop de mevrouw achter de balie zegt: ‘What an interesting accent, are you perhaps from Holland?’ We staan tot op de dag van vandaag nog steeds verbaasd van deze ontmoeting.
De rodeo was overigens een hele ervaring voor ons. Het is zonder meer een echte Amerikaanse show met alles d’r op en d’r aan. Paarden met afgeknelde ballen die proberen hun ruiters eraf te werpen, hetzelfde gebeurt met stieren. Stieren vangen met een lasso vanaf een paard. En kinderen van een jaar of vijf die met een noodvaart door de ring rijden …. op een schaap! ‘Mutton buffing’ noemen ze dat. Je verveelt je niet gauw op zo’n show.
Nu de zomer eraan zit te komen moeten we ook iets aan onze tuin gaan doen. Er is tot nu toe alleen maar een grote zandbak achter ons huis. We moeten nog een hek om de tuin zetten om ons territorium af te bakenen (ja, ja, dat doen ze hier ook!) en we willen een dek (soort houten patio) bouwen om in de zomer op te kunnen zitten. Het liefst willen we dat allemaal af hebben vòòr eind Mei als Gepke d’r moeder op bezoek komt.
We zijn begin dit jaar ook begonnen de kelder af te werken, zodat we van de zomer als het echt warm wordt een koel plekje hebben om te zitten. Hoewel het een mogelijkheid was toen ons huis werd opgeleverd om er airconditioning in te laten maken, hebben we dat niet gedaan. Tenslotte zijn wij zuinige Hollanders en zo warm wordt het nou ook weer niet hier hebben we ons laten vertellen. Gepke werkt ook hard mee met de bouwwerkzaamheden. We meten het gipsplaat af en snijden het op maat. Ik houd het op zijn plaats en Gepke gebruikt de elektrische nietmachine om het vast te zetten.
Op dit moment zijn we bezig de gaatjes en naden dicht te smeren. We gaan dan de muren schilderen (of behangen) en een hangend plafond monteren. Er komt ook nog een ingebouwd boekenkast dus het wordt wel allemaal heel mooi. Piet, onze kat, vind het allemaal maar niets. Hij loopt de hele tijd om ons heen als we bezig zijn en miauwt tegen elke nieuwe muur die we neer zetten.
Al deze activiteiten vinden in het weekend plaats, en af en toe in de schaarse ‘holidays’ zoals Thanksgiving, Kerstmis, Presidents day enz. We hebben hier niet zoveel vakantie dagen als in Nederland, maar we hebben wel plannen om van alles te zien. Dat levert voor ons dus wel een conflict op. Gepke krijgt, nadat ze een jaar in dienst is, bij het bedrijf waar ze werkt vijf vrije dagen per jaar. Als ik in vaste dienst ga bij het bedrijf waar ik nu werk krijg ik meteen 10 vakantie dagen en 4 ‘personal days’, een variant op de ATV dagen in Nederland.
Dus we moeten zuinig met onze dagen omspringen, of onbetaald vrij nemen. Dat mag wel, maar het hakt wel een stuk uit je inkomen als je op die manier een week vrij neemt. Van inkomen gesproken, als je het Nederlands belastingsysteem gewend bent en vervolgens bij je eerste salarisstrook hier ziet dat er in totaal slechts 22% is ingehouden (belasting + sociale lasten) sta je wel even te kijken. Bij onze sollicitaties proberen we zoveel mogelijk eruit te slaan met in het achterhoofd, we houden er hooguit de helft aan over. En vervolgens blijkt het allemaal erg mee te vallen.
De kosten van het levensonderhoud vallen ook wel mee. Eten en drinken (dagelijkse boodschappen) zijn ongeveer even duur als in Nederland. Vlees is goedkoop, groenten en fruit is duur, maar dat middelt wel uit. Benzine is goedkoop (ongeveer 56 Nederlandse cent per liter), Autoverzekering duur (gelijk aan of meer dan in Nederland), Wegenbelasting goedkoop (ongeveer $100,– per jaar/per auto en eik jaar minder naarmate de auto ouder wordt). Gas & licht is moeilijk te vergelijken.
Elektriciteit lijkt wel goedkoop maar onze gasrekening is veel meer dan we gewend zijn doordat het huis dat we met gas warm moeten stoken veel groter is dan we gewend zijn. Ik geloof dat het waarschijnlijk iets goedkoper is maar we betalen per maand meer dan we in Utrecht kwijt waren. Waterrekening is duur, maar dat komt omdat we in de woestijn wonen. Water moet vanuit de bergen komen en dat is nog altijd een aardig eindje hiervandaan (een flink uur rijden).
Over de telefoonrekening zwijgen we maar. We belden in Nederland maar sporadisch naar het buitenland. De kosten van het naar Nederland bellen zijn hier wel goedkoper dan andersom, maar we bellen redelijk vaak en dus zijn de rekeningen daaraan aangepast. De telefoonmaatschappij is zo blij met ons, dat we ‘frequent caller minutes’ krijgen. We mogen dan zo nu en dan gratis bellen. Kosten voor een geprek naar Nederland is Dfl 1.20 per minuut. Maar we hebben regelmatig aanbiedingen voor half geld.
Ik zit nu hier in mijn kantoor kubusje al vanaf acht uur te wachten tot mijn baas me komt vragen om mijn hulp. Ze (het is een vrouw) zei gisteren dat ze me vandaag ergens voor nodig had. Zodoende was ik vanochtend maar aan deze brief begonnen tot ze me zou komen halen. Het is inmiddels kwart over negen en ze is nog steeds niet langs geweest, dus ik ga hier maar vrolijk mee verder. Ik ben met een klein automatiseringsproject bezig en doe daarvoor af en toe ook thuis weleens wat werk (onbetaald), dus ik vind dat ik zo nu en dan wel iets in de tijd van de baas kan doen.
Gepke had laatst ook een klusje thuis voor iemand die ze via haar werk kende. Dat was echter wel betaald en ze heeft daarmee een extra $480 verdiend. Ze heeft het allemaal alweer uitgegeven. Ze heeft mij een beetje gegeven, en een draagbare CD-speler gekocht en een CD-tje van Elvis Presley. De rest hebben we overal in huis verstopt zodat we als het een keer nodig mocht zijn wat noodgeld in huis hebben. Alhoewel bijna alles hier 24-uur per dag, 7 dagen per week open is, de bank gaat nog steeds ’s avonds en in het weekend dicht. Dus je kunt in het weekend wel geld uitgeven, maar niet opnemen.
We zijn overigens niet de enige Nederlanders in Colorado. We waren laatst in Breckenridge, een skioord, om te kijken naar de sneeuwbeeldhouwwerken. Je kon geen stap verzetten zonder dat je Nederlands om je hoorde. Twee van de sneeuwbeeldhouwwerken werden door Nederland gesponsord. Bij het bedrijf waar ik werk, werkt ook een Nederlands meisje/vrouw. Ze heet Maureen, komt uit Brabant en is getrouwd met een Amerikaan. Af en toe kletsen we wat in het hollands, tot verbazing van onze andere collega’s die er geen touw aan vast kunnen knopen.
Maureen had laatst een ontmoeting met de politie doordat ze een NL sticker achterop haar auto heeft. Ze reed terug naar huis na het werk en werd door de politie aangehouden. Hij vroeg haar waarom ze een NL sticker achterop de auto had. Ze zei: ‘Because I’m from the Netherlands’, waarop de agent zei: ‘Dat dacht ik al, maar ik wilde het even zeker weten.’. Blijkt die agent dus een Hollander te zijn.
Volgens Maureen zijn hier in Denver verschillende Nederlandse clubs, maar ze heeft nog nooit echt behoefte gehad om contact daarmee te hebben. Wij ook (nog) niet. Doet me een beetje denken aan die Hollanders die op een camping in Zuid-Frankrijk allemaal op elkaars lip gaan zitten. Er is overigens ook een afdeling van de Kamer van Koophandel van Nederland hier in Denver. Die proberen Nederlandse bedrijven te helpen die in Colorado willen investeren, en andersom, bedrijven uit Colorado die in Nederland willen investeren.
Ik ben inmiddels al een paar keer lastig gevallen door mijn baas. Begrijpt ze dan niet dat ik hier wat tijd voor nodig heb? Ik moet haar nu ook weer helpen. Ze probeert iets op de computer te doen maar begrijpt niet wat er allemaal gebeurt als ze op een toets drukt. Als ik vervolgens haar laat zien hoe het moet is ze ervan overtuigd dat ik een halfgod ben. In het land der blinden…. Computers blijven me lust en mijn leven. Ik heb er hier ook weer een gekocht en ben nu de gelukkige vader van drie computers.
Tot mij stomme verbazing begin ik nu ook software te kopen in tegenstelling tot kopiëren. De prijzen hier van software helpen wel een beetje. Voor de kenners onder jullie: een combinatie pakket van Lotus 123, freelance, organizer, manuscript en nog een pakket waarvan ik de naam even kwijt ben betaal je hier $299,– (een tijdelijk aanbieding, maar toch…). Op mijn werk krijg ik ook steeds de nieuwste software om mee te werken. Alleen met tekstverwerkers heb ik een probleem. Er zit geen Nederlandse spellings controle op, dus eventuele spelfouten in deze brief moeten jullie me maar vergeven.
Even terug naar de verschillen tussen Nederland en Amerika. De koffie hier is niet te zuipen. Het is net water met een bruin kleurtje. We hebben net ons laatste pak Nederlandse koffie opgemaakt en moeten er nu aan geloven. We experimenteren ons suf om die typische smaak te vinden maar tot nu toe geen succes. Nederlandse kaas is hier wel te krijgen maar tegen woekerprijzen. Af en toe koop ik een stukje Leerdammer en Gepke een stukje oude Goudse kaas. Dat is weleens lekker en zo blijft de smaak je wel bij. Je hoeft het niet echt te missen en dat doen we ook niet.
Wat ik wel mis is zwart wit. Ik was daar in Nederland aan verslaafd (Zoute zwart-wit van Jamin) en dat is hier absoluut niet te krijgen. Net als die lekkere Scandinavische zwart-wit snoepjes (Lakrisal). In Nederland lagen die altijd bij de kassa van de supermarkt, dus als we hier bij de kassa staan krijg ik altijd ontwenningsverschijnselen. Maar ja, daar staat tegenover dat ze hier weer van allerlei lekkere dingen hebben die je in Nederland niet ziet, zoals Brownies, Chocola met pindakaas (vreemde combinatie maar wel lekker), Malted milk, Yoghurt ijs enz.
We koken af en toe nog wel op z’n Hollands (of Indonesisch), maar we beginnen ook met al de Amerikaanse keuken te experimenteren. Sommige dingen hoefden we na de eerste keer niet meer zoals squash. Maar andere dingen zijn wel lekker vooral in combinatie met groente schotels. Exotische groenten uit china, maar ook uit Zuid-Amerika. Andere landen, andere gewoonten. Voor de meesten zaken ken ik geen Nederlandse naam maar ze spreken voor zich zoals Ugly fruit (ziet er raar uit maar smaakt wel lekker).
Wat ook wel enige investering van onze kant vergde was het her-ontdekken van vleessoorten. Hoe heet een varkenshaasje in het Engels? (Pig-bunny?). T-bone steak was makkelijk, maar van een entrecóte hebben ze hier nooit gehoord. Ik geloof dat beef tenderloin het dichts in de buurt komt. En wat zou je zeggen van die exotische Indische kruiden waar we in Holland zo graag mee koken. Ze hebben ze hier ook maar je loopt er soms tegenaan bij stom toeval want het heet allemaal anders. Sambal niet, dat heet hier ook gewoon sambal. Maar als je wat Spaanse pepers in je schotel wil doen moet je uitkijken. Er zijn verschillende soorten, en sommige zijn zo heet dat je ze met handschoenen moet behandelen.
Ook in de restaurants weten ze wat heet is (Spicy). We zitten hier niet echt ver van Mexico, en in de Mexicaanse restaurants kun je je lol op. Je kunt meestal wel kiezen hoe heet of gekruid je het wil hebben. Wij gaan ook nog regelmatig uit eten. Onze lieveling restaurants zijn Bennigan’s, Applebee’s en Sizzler’s. In deze restaurants kun ook de meeste locale schotels wel krijgen. Het lekkerst op dat gebied vind ik de Fajitas. Dat is gekruid vlees met ui en paprika. Je kunt kiezen uit beef, kip of allebei.
Ik moet zeggen dat we niet vaak bij McDonalds komen. Hooguit om een milkshake te kopen. Dus het hamburger imago hier valt ook wet mee. Voorlopig wel even genoeg over onze belevenissen hier. We zijn allebei benieuwd hoe het met iedereen is in Holland. We hebben al gehoord dat er meer mensen op het emigratie pad gaan. Het is niet altijd even makkelijk maar tot nu toe voor ons beslist de moeite waard. Wij houden van het avontuur en als ze aan ons vragen om weer ergens anders heen te gaan, denk ik dat we het meteen zouden doen. Mits iemand anders dit keer voor de kosten opdraait.
Ik stop ermee voor nu. Laat eens wat van je horen of kom eens langs. Er staat altijd een bed klaar.
Groetjes van Loek en Gepke