Aankomst in Muscat
Op het vliegveld van Oman kunnen we het bewijs van het via internet aangeschafte visum overleggen, in ruil voor een stempel in het paspoort. Dan volgt het min of meer terugkerende ritueel van koffers vinden, ATM leeg halen en taxi zoeken. De taxi kost hier vrijwel hetzelfde als een vergelijkbare rit in Denver, waaruit blijkt dat Oman geen goedkoop land is. Wij melden ons om 8:00 uur s’ochtends al bij het hotel, waar men de hand over het hart strijkt en ons al meteen zo vroeg laten inchecken. Dankbaar kan ik even later me op het bed storten en de verloren nachtrust inhalen.
Warm en vochtig
Na ons dutje gaan we in de middag nog even lopen naar de Zahrat Mall in de hoop hier een hapje te kunnen lunchen. Het is bloedheet buiten, en gecombineerd met de hoge luchtvochtigheid erg onaangenaam te noemen. Wij zijn blij de airconditioned winkelcentrum in te kunnen stappen. In deze ruimte vinden we een soort cafe, waar we ieder een pita broodje nemen voor lunch, met een grote sterke kop koffie. Na de lunch lopen we nog even rond en kijken naar de winkeltjes. Er zit niets van onze gading bij, dus lopen we terug richting hotel. Aan de overkant bij de Spar slaan we 6 anderhalve literflessen water in en keren we terug naar de kamer.
Een nieuwe groep
s’Avonds in de lobby ontmoeten we de leden van deze groep. Het is dit keer veel gevarieerder dan die in Jordanië. Leeftijden van 30 tot bijna 70, landen Duitsland, Zwitserland, Engeland, Amerika en Nieuw Zeeland. We eten samen bij een Kebab tentje naast het hotel en horen de plannen voor de komende dagen van onze toerleider: Ahmed.
Qaboos Grand Mosque
De eerste dag van de Oman toer! Voordat we vandaag naar Sur rijden, brengen we nog wat tijd door in de omgeving van Muscat. We brengen een bezoek aan de Sultan Qaboos Grand Mosque. Van buiten ziet deze moskee er al indrukwekkend uit. Vergeleken met een westerse kerk doet deze moskee niet onder. Binnen in de grote ruimte waar de mannen mogen bidden, valt je mond open van alle pracht en praal. Dit is eigenlijk ongebruikelijk voor een moskee, want die zijn meestal vrij sober van binnen.
Hier is echter kosten nog moeite gespaard om indruk te maken. Bouwmaterialen zijn geïmporteerd: teakhout uit India en Myanmar, marmer uit Italië, verschillende soorten steen uit alle delen van de wereld. Alle vrouwen in onze groep moesten allemaal een hoofddoek om; de mannen ware ok, zolang ze geen korte broek aan hebben. Maar zowel mannen als vrouwen mogen overal even een kijkje nemen. Als we een gebedsruimte binnengaan moeten wel even de schoenen uit, en daarvoor zijn overal voorzieningen om ze even te parkeren. Moslims moeten zichzelf ook wassen voor het gebed. Hiervoor zijn er ook uitgebreide wasruimtes, waar we ook even een kijkje mogen nemen.
Bait Al Zubair
Na het bezoek aan de moskee rijden we naar het Bait Al Zubair museum, waar er allerlei voorwerpen zijn tentoongesteld over de Omani cultuur. Veel verschillende klederdrachten van de verschillende groeperingen en delen van Oman. Dolken en kromzwaarden, die tegenwoordig alleen nog ceremonieel worden gedragen, bijvoorbeeld bij bruiloften. Verder veel sierraden, schalen, vazen en andere gebruiksvoorwerpen van heden en verleden. Op de bovenste verdieping is een uitgebreide munten en postzegel verzameling; beide voorwerpen die in de niet al te verre toekomst niet meer zullen worden gebruikt.
Muttrah Souq
Onderweg stoppen we kort voor fotos in de omgeving van twee forten: Al-Mirani en Al-Jelani, vlak bij het paleis van de Sultan van Oman, voordat we verder gaan naar de Muttrah Souq, een oude winkelstraat in Muscat, vlak aan zee. De straatjes zijn bezaaid met mini winkeltjes die allerlei lokale producten aan de toeristen proberen te verkopen.
Er zijn de klassieke producten zoals sierraden (goud), frankinsence (wierook) en mirre die al 2000 jaar populair zijn als kadoos bij geboortes van kinderen in stalletjes. Maar ook zaken zoals sjaaltjes, electronica en “Dishdashas”. De laatste lijkt mij wel wat en in twee winkeltjes probeer ik of ze mijn maat hebben. Ik slaag erin een mooi blauwe Dishdasha te scoren, die mij gewoon lekker lijkt zitten als je wilt ontspannen op de bank bij de TV. Past wel goed bij mijn hoofdschoeisel die ik in Jordanië heb aangeschaft.
We sluiten af met een uitgebreide late lunch bij The Cave restaurant, waar Gepke kennis maakt met haar nieuwe lievelingsdrankje: Lemon Mint Juice. De lunch is een variatie van Turkse / Omani gerechten, geserveerd door een opgewekte Egyptenaar die met iedereen grapjes maakte. De rest van de middag is vrij voor ons. Eigenlijk is er weinig tijd meer over, en we hebben na de grote lunch ook niet echt honger meer, dus we houden het op een ijsje en vroeg naar bed.
Bimmah Sinkhole
De volgende ochtend zijn we om 8 uur klaar om in de 4 Land Cruisers te stappen die ons naar Sur zullen brengen. We maken kennis met Khamish onze chauffeur in Oman voor de komende dagen. De koffers worden achterin geladen en in comfortabele luxe rijden we richting Sur. De eerste stop is de Bimmah Sinkhole, een 40 meter brede en 20 meter diep gat in de grond met heel helder water erin. We lopen via een stenen trap naar beneden en kunnen daar een beetje pootje baden. Als je dat doet, komen er hele kleine visjes aan je voeten knabbelen. Een vorm van exfoliation zeg maar.
Na deze stop gaat het verder naar Wadi Tiwi, een soort oase langs een vallei riviertje. Hier stroomt het hele jaar water, dus er is veel begroeiing in de vorm van palm bomen, dadels, bananen en mango bomen. Het is er druk met wandelaars en wij rijden er in vol ornaat met de grote autos doorheen. Gepke was zelf ook liever gaan wandelen, maar als we uitstappen voor een uitleg, lopen we niet meer dan 100 meter voordat we weer instappen en terugrijden naar de kustweg.
Scheepswerven in Sur
We arriveren in Sur, Oman waar de Dhow shipyards zijn die de schepen maken van dezelfde naam. Deze boten worden nog steeds op de ouderwetse manier met de hand gebouwd, en zelfs sheiks uit omringende landen kopen ze voor hun vloot privé boten. We klimmen even naar boven op een Dhow in aanbouw en bewonderen het handgemaakte houtsnijwerk.
Lunchen in Sur
We gaan dan verderop in het dorp lunchen bij een Indiaas restaurant, hetgeen geen succes is. Het menu wordt bestudeerd en we kiezen iets, maar als de ober de bestelling opneemt heeft hij niet wat we kiezen. We wijzen naar iets anders, dat is er ook niet. We worden al kriegel, waarom staat het dan op het menu als je het niet hebt sufferd? Uiteindelijk kies ik maar voor een hamburger en Gepke voor een salade.
Ik krijg na een uur eindelijk als enige van het gezelschap mijn hamburger, terwijl de rest mag kijken hoe ik die opeet. Even later komt mondjesmaat ook eten voor de anderen, maar Gepke d’r salade is “missing in action”. Uiteindelijk komt deze nooit opdagen. Als iedereen klaar is met eten bieden ze alsnog aan de salade te maken, maar dan hoeft Gepke hem toch echt niet meer. Nee, deze tent zal nooit een Michelin ster krijgen; verre van dat.
Verderop stoppen we nog even op verzoek om fotos te maken van de Dhows die in het water liggen, voordat we naar het hotel in Sur rijden. Het hotel is weer van hogere klasse dan we normaal bij G-Adventures gewend zijn. Een grote binnenplaats rijst tot de 7de verdieping en heeft een enorme glas-in-lood plafond. We krijgen een glasje mangosap ter verwelkoming, en checken in bij onze kamers. Ook hier weer hele nette kamer met effectief werkende airco. Bij de 35C temperaturen hier, geen overbodige luxe is.
Ras Al-Jinz schildpadden
Ook als het avond is geworden is het nog steeds 28C. We gaan nog even een ritje maken naar Ras Al-Jinz om de Green Turtles te zien. Daar aangekomen is het duidelijk dat we niet de enigen zijn. Er staat een grote meute andere toeristen al te wachten, en we worden in voor hun handelbare groepen verdeeld. Wij zijn groep zeven, en na zo’n uur wachten mogen we met een gids in het pikkedonker naar het strand lopen.
Wij zijn echt onder de indruk van wat we daar zagen. Eerst een schildpad die klaar was met eieren leggen en zand op zijn nest vol schepte. Vervolgens een schildpad die nog midden in het eieren leggen bezig was. Je kon zo steeds de eieren naar buiten zien floepen in het zand. Verderop zien we een baby schildpadje bezig een weg te banen naar de zee van Oman. Nog weer iets verder een grote schildpad die bijna klaar is met het nest bedekken en al probeert weg te kruipen.
We wandelen onder de indruk weer in het donker terug naar de autos. Dat zijn van die dingen die je op natuur programma’s ziet op TV, maar in het echt is dat toch weer net iets anders, Vrij laat komen we weer bij het hotel aan en gaan moe in bed liggen en dromen van schildpadden…
Rijden naar Wahiba Sands
Vanmorgen verlaten we het luxe hotel weer met als bestemming Wādī Banī Khālid in de Wahiba Sands van Oman. Via een smal weggetje komen we in deze vallei (Wadi) waar het weer ontzettend druk is. Je merkt hier wel de symptomen van het massa toerisme; overal zijn menigte mensen. Wij zijn hier natuurlijk zelf evenveel schulidig aan, tenslotte zijn wij eveneens toeristen, maar we zitten elkaar inmiddels wel allemaal in de weg. We stappen uit de autos en gaan te voet verder langs kanaaltjes die het water door deze oase vallei leiden naar de bron: een klein meertje waar je kunt zwemmen.
Er is hier ook een restaurant waar we wat kunnen bestellen en iets later met z’n allen kunnen lunchen. Het is wederom een buffet, waar het eten toch het meest lijkt op Indiaas eten. Omanis werken zelf niet veel in de horeca, het meeste werk in deze bedrijfstak wordt verricht door immigranten, en zo ook hier bij dit restaurant, vandaar het Indiase eten.
Wahiba Sands
Er staat weer een woestijn op het menu voor vandaag. Maar ook al is alles hier in het midden oosten wat we hebben gezien dor en droog, het is toch elke keer een heel ander landschap. Zo leek de Wadi Rum woestijn in Jordanië op de planeet Mars, maar de Wahiba Sands in Oman waar we nu rijden is weer een heel ander soort woestijn. We merken dat op het moment dat de de grote weg afslaan en een dorp inrijden aan de voet van de Wahiba Sands woestijn. Hier laten we wat lucht uit de banden lopen, zodat de autos wat beter grip krijgen op het rulle zand van de duinen in deze woestijn. Dan volgen we de sporen die de woestijn in verdwijnen.
In het begin zien we hier en daar een Bedoeīenen kamp links en rechts, met hun kamelen en geiten die buiten staan geparkeerd. Ik zeg kamelen, maar eigelijk zijn het allemaal dromedarissen, want ze hebben slecht een bult. De locals echter noemen het allemaal kamelen. Het arabische woord voor deze beesten klinkt ook als kameel, dus daar laten we het maar bij. We stoppen kort bij een van de Bedoeīenen tenten, waar we worden ontvangen met koffie en mogen rondneuzen in de artikelen die ze te koop hebben. Een paar dames uit onze groep worden meegenomen en uitgedost in de locale klederdracht van Oman Bedoeīenen.
Vrouwen uit een andere groep krijgen henna tekeningen op hun handen beschilderd. Na dit ontvangst mogen we weer verder en al gauw zien we niets anders dan zand duinen om ons heen, en totaal geen andere bewoning.
Zonsondergang in de Woestijn
Het begint tegen het einde van de dag te lopen. Om goed uitzicht op de zonsondergang te krijgen, raggen we wild over de zandduinen naar boven. Hierbij komt onze landrover vast te zitten, en moeten we het laatste stukje te voet naar boven afleggen. Lopen in dit zand is niet makkelijk. Bij elke 3 stappen naar boven, glij je weer 2 stappen terug. Maar we redden het net om de zon in de laatste minuten achter de horizon te zien verdwijnen.
Terwijl wij genieten van de omgeving en fotos maken, spelen onze Arabische chauffeurs met de Land Cruisers in het zand. Ze scheuren over de zandduinen, het zand spat weg in het spoor van hun banden en we verbazen ons dat ze niet omslaan als ze heftig overhellend naar beneden glijden. Ja dit is waar dit soort SUVs voor gemaakt zijn; niet voor de US “soccer moms” die hun kinderen over glad asfalt naar school brengen, twee straten verderop.
Duizend nachten
Vanaf hier is het niet ver meer naar de “1000 Nights” kamp waar we de nacht in tenten zullen doorbrengen. Oman zou Oman niet zijn als hun interpretatie van een tent niet ietsje luxer is dan wat we in Jordanië hebben meegemaakt. Wij hebben een middenklasser tent hier, maar wel met een eigen douche en WC. Er is geen airconditioning, en al verzekert men ons ervan dat we die niet nodig hebben in de koele nacht van de woestijn, denk ik er zelf toch anders over. Het koelde die nacht wel heel veel af naar zo’n 20C, maar het duurde wel lang voordat dit bereikt was, want we begonnen met zo’n 38C…
De dag word beëindigd met een buffet in een grote ruimte maar verder wel open naar de buitenlucht. Het is knokken bij het buffet, want wederom zijn we niet de enige groep die hier is gearriveerd. De nacht is een warme nacht, dus dat je in de woestijn geen airco nodig hebt, dat geloven we niet meer.
Bandenpech
De volgende morgen gaan we weer vroeg op pad richting Nizwa. Eerst nog even op de zandduinen wat fotos maken, terwijl de chauffeurs door het zand raggen. Dat gaat op een gegeven moment ietsje te wild, en resulteert in een lekke band op een van de cruisers. Dus ons oponthoud hier duurt iets langer terwijl men zoekt naar een oplossing voor het opkrikken van de auto. De krik zakt namelijk gewoon weg in het zand als je de auto probeert omhoog te krikken.
Als men een lege container vindt die onder de krik kan worden gezet gaat het eindelijk goed en kan de band worden verwisseld. We zetten onze reis weer in om de woestijn te verlaten en komen na een tijdje weer in het dorp. Hier hebben we gisteren de banden wat laten leeglopen, en worden ze nu weer opgepompt … en de blazen geleegd.
Jabrin Castle en Bahla Fort
Het volgende doel is Jabrin Castle waar we worden rondgeleid door een aantal van de 55 kamers die het kasteel rijk is. Een machtige Imam in Oman zwaaide hier de scepter, en heeft een aantal vernuftige voorzieningen laten aanbrengen. Zoals een kelder waar dadels kunnen worden geconserveerd, en kleine hokjes waar criminelen kunnen worden opgesloten. Ook zijn er overal strategisch geplaatste openingen, die zorgen voor ventilatie en uitzicht op eventuele aanvallen van buiten. Het is een behoorlijk geklauter over de vele trappen van het kasteel. Eenmaal bovenop heb je een fantastisch uitzicht over de omgeving.
Terug naar beneden gaan we weer door ontvangst kamers, moskeeën en keukens tot we weer bij de autos zijn. We rijden verder naar Bahla Fort. Hier zien we dit keer niet zoveel binnen, maar meer klauteren over de muren gemaakt van bagger. Omdat dit soort forten veel slijten, worden ze steeds opnieuw van modder voorzien. Daardoor is het niet geheel duidelijk hoe oud het werkelijk is. De schattingen lopen uiteen van 12de tot 15de eeuw.
We sluiten de dag af in Nizwa bij het Safari Hotel. Als snel merken we dat dit kwa hotels op deze reis in Oman het dieptepunt is.
Wakker worden!
De nacht in Safari Hotel in Nizwa is minder prettig dan vorige hotels. De kamer is vreemd ingedeeld; waar je de badkamer en een soort keuken deelt met een andere kamer. De andere kamer is niet in gebruik, dus hoeven we niet te delen. Het ruikt vreemd en dankzij iemand anders in de groep komen we erachter dat we de warm water boiler eerst zelf moeten aanzetten, anders hebben we koud water voor de douche. De knop daarvoor blijkt in de andere kamer te zitten, evenals de afstandbediening voor de Airco. Zonder die afstand bediening kun je de temperatuur niet regelen. De afwasbak in de badkamer lekt gewoon op de vloer, de douche is zo klein dat ik er niet echt onder pas. Het is gewoon een opeenstapeling van kleine ergernissen waardoor we dit niet echt tot de betere hotels kunnen rekenen.
Cattle Market
In de ochtend vergeten we dat allemaal weer even als we een bezoek maken aan de Nizwa cattle market. Het is weliswaar Vrijdag -een heilige dag in de Moslim week- maar het is hier een drukte van belang, en allerlei beesten worden verhandeld: geiten, schapen, koeien, stieren enz. De verkopers lopen rondjes om een centrale verhoging, en de kopers bieden op de waren die voorbij komen. Er zijn veilingmeesters die toezicht erop houden dat alles eerlijk gaat. De eerste persoon die biedt mag nadat ieder ander heeft geboden nog een poging doen om het hoogste bod te evenaren, daarna is de koop gesloten.
Terwijl de dieren worden rondgeleid, doet een stier nog even een poging om een koe te bestijgen. Het was maar heel kort, dus misschien houd de verhandelaar er nog een kalfje aan over. Daarna gaan we verder naar de “Nizwa Sooq”, ofwel de handelsplek met vele kleine winkeltjes waar we even kunnen rondkijken. Gepke is afgeleid, want ze is meer geïnteresseerd in het vinden van een WC die hier blijkbaar schaars zijn. We vinden er uiteindelijk wel een na eerst eentje te moeten overslaan die in de verbouwing is.
In deze Sooq is ook een Dadel winkel met een zeer ruime selectie van allerlei soorten dadels. Niet mijn soort winkel, ik vind dadels gewoon niet lekker, maar wel leuk om hier te grasduinen. In deze winkel krijgen we ook een uitleg over verschillende zoetwaren die in Oman als snoepgoed worden aangeboden.
Richting Al-Hamra
We stijgen weer in de 4×4’s en rijden over een eng weggetje vlak bij een cell toren naar boven om uitzicht te hebben op een Mud Brick dorpje in het dal, met een heel groot dadel palm bos ervoor. We gaan vanaf hier naar beneden om met de auto door dit dorp te “wandelen”. Daarna gaat de rit verder naar Al-Hamra waar we wel even de auto uit mogen om naar boven te lopen naar een winkeltje waar men allerlei soorten honing verkopen, die hier lokaal wordt gewonnen. We mogen de verschillende soorten proeven, maar er is gelukkig totaal geen druk om iets te kopen. We krijgen ook nog allemaal een kopje koffie, hetgeen hier overal vrij gebruikelijk is als je ergens binnenkomt. Als je geen koffie meer hoeft, moet je met je kopje wiebelen om dat aan te geven.
Wadi Nakhar
De meest uitdagende rit voor vandaag begint nu die ons naar Wadi Nakhar zal brengen, dit is de Grand Canyon van de Jebel Shams bergen in Oman. Het uitzicht is hier inderdaad te vergelijken met de Grand Canyon, alleen ontbreekt de rivier onder in het dal. De weg naar beneden is weer even stijl en bochtig als naar boven, maar wat we nu nog niet weten is dat deze rit niets is vergeleken bij wat ons morgen staat te wachten.
Als we even later weer bij het hotel aankomen, blijken onze kamers niet te zijn schoongemaakt. Volgens het management gevolg van het feit dat we de key cards hebben meegenomen. Dat is dan een first, want nog nooit is dat bij een ander hotel het geval geweest; ze hebben toch hun eigen sleutels? Weer een minpuntje voor dit hotel.
Misfat Al-Abryeen
We zijn dan ook blij dat we de volgende morgen kunnen uitchecken. We rijden dan naar Misfat Al-Abryeen een plaats in Oman met een uitgebreid irrigatiesysteem, Al honderden jaren wordt het water via dit systeem in het dorp verdeeld. Zwemmen hier mag nergens, zoals overal middels borden is aangeven, maar als we langs de kanaaltjes lopen zien we een jongeman in het kanaaltje zitten zich te wassen. Verderop zat een lokaal vrouwtje de was te doen.
Weer gaan we via een stijle bochtige weg naar een hoog punt in de Jebel Shams bergen en lunchen bij de Al Hoota Rest Stop. Ahmed waarschuwt ons al vooral een lichte lunch te gebruiken, want er komt een “bumpy ride” aan volgens hem. Ik neem alleen een bordje soep, maar ik zie anderen een hele grote lunch kiezen, waar ze straks spijt van krijgen. We gaan namelijk bij een uitzichtpunt een blik werpen op de weg die we straks naar beneden moeten nemen. Van zo’n grote hoogte ziet de weg er wel bochtig uit, maar we merken het pas echt als we er even later op rijden. Een 4×4 is hier echt een must, en nog meer high ground clearance, want de weg is vol met gleuven, rul zand en gaten.
Enge rit door de Jebel Shams
Super scherpe haarspeldbochten voeren de boventoon, en af en toe is het meer naar beneden glibberen dan rijden. Dit allemaal terwijl er soms rechts, soms links diepe afgronden zijn. Het doet me denken aan de filmpjes die je weleens ziet op YouTube van zogenaamde “Death Routes”. Ik houd me vast met bezwete handjes, en probeer de “oh my Gods” van de chauffeur naast me maar te negeren. De paniekerige kreetjes van de Duitse Monika achterin laat ik ook langs me heen gaan. Zij zegt haar beklag te doen als we weer terug zullen zijn; eerst maar zien dat we het halen. Tot overmaat van ramp komen we ook nog tegenliggers tegen. Op deze smalle moeten we vlak langs de afgrond er omheen rijden. Dit terwijl de weg opzij onder onze banden afbrokkelt.
Khamish, onze chauffeur, heeft zijn handen vol aan het besturen, maar wil ook tegelijk de WalkieTalkie bedienen. Tot zijn ongenoegen pak ik die dus maar af en praat in mijn beste Arabisch met de andere autos. Als we na anderhalf uur beneden in het dal over de Wadi Sahtan Road rijden richting Wadi Bani Awf, is het ergste achter de rug. Mijn opmerking over de WalkieTalkie dat het zo leuk was, en we nog even terug moeten gaan om het nog een keer te proberen, wordt met zeer veel protest ontvangen…
Dutje in de auto
Nog eens ruim een half uurtje rijden brengt ons weer op de verharde weg en als we even later weer op de snelweg rijden, ligt iedereen in de auto uitgeput te snurken. Leuk ritje! We worden allemaal weer wakker als we in Muscat bij het hotel aankomen waar we een week geleden vandaan zijn vertrokken. ’s Avonds hebben we met z’n allen nog een afscheidsdiner bij een heel duur Indiaas restaurant. Na handjes, knuffels en kussen geven trekken Gepke en ik ons terug in onze kamer en gaan naar bed. Morgen gaan we op onszelf nog even Muscat verkennen.
De laatste dagen
De reis met de groep is gisteren afgesloten en nu hebben we nog twee dagen om in Muscat door te brengen. We nemen een taxi naar de Corniche, het boulevard gebied aan de Golf van Oman bij Muscat. Hier kunnen we voor het eerst sinds lange tijd lekker rustig een wandeling maken in ons eigen tempo. Niemand die ons zegt niet te ver te gaan, niemand die op ons wacht om weer met de groep verder te gaan. Gewoon weer even zelf bepalen waar we heen lopen.
Het is hier lekker warm en vochtig, dus ons tempo ligt niet echt hoog. Intussen kijken we uit over het water, en zien direct onder ons in het water krabbetjes lopen en vissen zwemmen. Een vogel die op de rotsen staat maakt heel veel lawaai, alsof hij probeert onze aandacht te trekken. Hij (zij?) lijkt een beetje op de poelsnip die vroeger op de briefjes van 100 gulden stond.
Verderop zien we twee mensen die een foto maken bij een “Experience Oman” bord. Wij bieden aan van hun samen een foto te maken, en even later maken ook zij van ons een foto.
We raken even in gesprek met onze fotografen; het zijn Duitsers die aan het cruisen zijn op het grote Aida schip wat verderop in de haven ligt. Ze zijn in Valencia begonnen en hebben allerlei havens in het midden oosten aangedaan. Wij hadden al gemerkt dat er heel veel extra toeristen momenteel aan land waren, want alle restaurants zaten vol en ook de kleine winkelstraatjes zijn overvol met passagiers van het schip. Wij hoorden nu dat ze weer om zes uur aan boord moeten zijn, dus wij besluiten te wachten tot de meeste weg zijn eer we een plek gaan zoeken om te eten.
Wandelen in Muscat
We lopen terug naar de Corniche waar we bij een van de terrasjes allebei een Lemon Mint drankje bestellen.
Zittend op het terrasje houden we ons weer bezig met onze lievelingsbezigheid: mensen kijken. Het is een bont gezelschap van lokale mensen en toeristen uit alle hoeken van de wereld. Wat aardig dat ze zo voor ons heen en weer willen paraderen, zodat wij ze grondig kunnen bestuderen.
Eten in Muscat
We lopen weer verder en gaan kijken wat onze opties zijn voor het eten. De keuze is beperkt tot Turks of Indiaas; veel echte Omani eettentjes hebben we eigenlijk in het algemeen niet gezien. We besluiten maar terug te gaan naar ons hotel en bij de buren te gaan eten. We lopen naar een van de geparkeerde taxi autos en komen met de chauffeur een bedrag van 7 Rial ($18) overeen om ons terug naar huis te brengen. Oman is duur vergeleken met Jordanië waar het niet meer dan $5 zou hebben gekost; dat is het verschil tussen een rijke oliestaat en de armere landen.
Als we even later zitten te eten, komen onze Duitse medereizigers ook nog even binnenlopen. Zij gaan vanaf hier nog door naar Dubai om vanuit daar een cruise te maken. We hadden al afscheid van ze genomen, maar we geven ze toch nog even een knuffel voordat we even later teruglopen naar onze kamer.
Laatste nacht
Het is onze laatste nacht in het hotel; we mogen morgen laat uitchecken om 16:00 uur, maar dan moeten we nog steeds tot 2:00 de volgende ochtend wachten eer onze vlucht vertrekt. Het wordt met dat in het vooruitzicht een onrustige nacht voor mij. Als we s’ochtends wakker worden nemen we lekker lang de tijd om te douchen, ontbijten en alles weer in te pakken. Ik probeer mijn reisverslag bij te werken, maar mijn iPad werkt niet echt mee. Verder hangen we wat rond en uiteindelijk moeten we toch de kamer uit.
Beneden bij de receptie bestellen we een taxi naar het vliegveld. Als die arriveert kunnen we wederom voor 7 Rial naar het vliegveld. Blijkbaar is dat een standaard bedrag hier, maar dat wisten we niet toen we pas in Muscat aankwamen want toen hebben we veel meer betaald.
Op het vliegveld van Muscat, Oman kunnen we pas inchecken 3 uur voor de vlucht. Dat betekent dat we dus al die tijd met de koffers moeten rond leuren, niet leuk. We gaan eerst maar eens kijken of we een hapje kunnen eten, het is tenslotte al bijna 6 uur. Veel keuze is er niet, alleen een brand nieuwe food court waar nog maar een tentje open is en die serveert voornamelijk koffie. Alle fatsoenlijke restaurants zitten achter de security maar daar kunnen wij (nog) niet komen. De keuze valt uiteindelijk maar op … McDonalds! Tja, als je al weken alleen Middenoosten cuisine hebt gehad, wil je weleens wat anders en de patatjes smaken ons lekker.
Terug naar huis
Na uren rondhangen kunnen we dan eindelijk de koffers dumpen en gaan naar de gate voor de eerste leg van onze reis: Van Oman naar Istanboel met Turkish Airlines. We zijn inmiddels al 18 uur op, en we moeten nog beginnen aan de reis… De reis naar Istanboel verloopt vlot, en Gepke slaapt het grootste deel terwijl ik wat kijk naar series die ik op mijn iPad had gedownload. Dan volgt de volgende leg naar Frankfurt, wederom met Turkish Airlines en weer kan ik niet slapen. Desalniettemin val ik toch 3 uur voor aankomst in slaap val en word wakker als de stewardess zegt dat ik mijn stoel rechtop moet zetten voor de landing.
In ieder geval genoeg geslapen om te kunnen denken welke kant we op moeten voor de volgende stap. Eerst instapkaarten halen bij de Lufthansa desk, want die hebben we nog niet. Vervolgens kunnen we 2 uur later weer opstappen voor het laatste stukje naar Denver. Dit kost weer ruim 10 uur vliegtijd, en als we uiteindelijk in Denver zijn kun je ons wel opdweilen. We zijn zo’n 48 uur op stap, met alleen tussendoor wat hazeslaapjes. Wij zijn dan ook blij als onze oude buurman ons op het vliegveld komt ophalen en even later voor de deur afzet. Nu nog even wakker blijven tot minimaal 21:00 uur, zodat de jetlag morgen niet te hard toeslaat. Het is wel heerlijk om na 3 weken weer in je eigen bed te liggen…
Groetjes van ons!
Update 6 Jan 2019: Een van onze groepsleden was een journaliste voor de schotse krant “The Sun”. Zij heeft een artikel gepubliceerd over onze trip. Je leest het hier: GOOD OMAN